dinsdag 24 november 2015

De leer van het Woord van God

De Amerikaanse theoloog John Frame besloot zijn serie over de heerschappij van God met een deel over het Woord van God. Op heldere en duidelijk wijze wordt uiteengezet dat de Schrift de stem van God is en daarom onfeilbaar. Wie het zelfgetuigenis van de Schrift volgt, zal dat niet inperken.
In de wijze van aanpak is merkbaar dat Frame van huis uit een filosoof is. De geschiedenis van de theologie komt nauwelijks aan de orde. Dat is een manco. Dat blijkt bijvoorbeeld als het gaat om de betekenis van de belijdenis voor het verstaan van de Schrift. Frame laat ruimte over voor kritiek op de Westminster Confessie. Nu is de belijdenis bedoeld als een korte weergave van de inhoud van de Schrift.
Wanneer een kerk haar belij­denis niet doel­treffend acht, moet zij die aanpassen. Zij kan niet ondertekening blijven vragen en tegelij-kertijd ruimte laten voor kritiek. In de opmerkingen die Frame maakt over de predi­king komt naar voren dat hij de notie van tweeërlei kinderen van het verbond nauwelijks ver­werkt.
Dat neemt niet weg dat van de studie van Frame het een en ander valt te leren. Al ons denken moet aan het concrete getuigenis van de Schrift worden onderworpen. Wie dat niet doet, mist een vast uitgangspunt en kan geen helder zicht op God ontvangen en de wijze waarop Hij gediend moet worden.

John M. Frame, The Doctrine of the Word of God: A Theology of Lordship, volume 4, Pres­by­terian & Reformed Publishing Co., Phillipsburg, New Jersey 2010; ISBN 978-0-87552-264-7; hb. 720 pp.; prijs $39,99.