vrijdag 11 oktober 2013

De eenheid van de kerk 5 (slot)

Wat is bepalend voor ware eenheid?
Welke christenen behoren bijbels gezien bijeen? Ik denk aan hen die onvoorwaardelijk het gezag van de Schrift belijden en die hun geloof zonder reserve in de gereformeerde belijdenis verwoord weten. Als het gaat om het eerste, zijn er ook in Nederland evangelische christenen van wie dat het geval is, al moeten we wel beseffen dat ook lang niet in elke evangelische ge­meente het Schriftgezag zonder reserve wordt aanvaard. Gaat het om de onvoorwaardelijke bin­ding aan de gereformeerde belijdenis dan kan je denken aan de Gereformeerde Gemeenten en delen van de Christelijke Gere­for­meerde Kerken.
De gereformeerde belijdenis is uiteindelijk niets anders dan een nadere ontvouwing van de apostolische geloofsbelijdenis. Kern ervan is dat de Bijbel de enige bron en norm van ons geloof is en van onze levenswandel. Aansluitend bij de Apostolische Geloofs-belijdenis wordt de Drie-enige God als God van volkomen zalig-heid beleden. Er wordt betuigd dat Jezus Christus God was en bleef en mens is geworden. We lezen over het bloed van Christus dat de hitte van Gods toorn wegnam. Daardoor werd ook de duivel verslagen.
Wordt Christus aan ons hart toegepast, dan gaan wij door Zijn kracht ook een nieuw leven leiden. Rechtvaardig voor God zijn wij alleen op grond van wat Christus deed en niet wij hebben gedaan. Dat blijft zo tot onze dood toe. De gereformeerde belijdenis leert ons dat het laatste houvast van een christen tot zijn laatste snik niet ligt in wat hij voor Christus deed en doet, maar in wat Christus voor hem heeft gedaan.
De Dordtse Leerregels geven een nadere ontvouwing van de leer van de verkiezing en van het werk van de Heilige Geest, zoals daarover in de Heidelbergse Catechismus en Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt gesproken. God loopt niet achter de feiten aan, maar werkt alle din­gen naar de raad van Zijn wil. Zijn liefde voor al de Zijnen is een liefde zonder begin en daarom zonder einde. Hier op aarde ziet een christen, zo wordt in het laatste artikel van de Nederlandse Geloofsbelijdenis beleden, met bran-dend verlangen uit naar de jongste dag.
De drie gereformeerde belijdenisgeschriften die de Kerk van de Reformatie in Nederland heeft, worden samen wel de Drie Formu-lieren van Enigheid genoemd. Dat wil zeggen: het zijn drie korte geschriften waarin het ene ware geloof wordt verwoord. Dat wil niet zeggen dat alle waarheden die daarin worden beleden van hetzelfde gewicht zijn. De leer van verzoening met God door het bloed van Christus is van een ander gewicht dan de verdediging van de doop van christenouders. Als kerk moet je daarin echter wel een standpunt innemen.
Laat onze bede zijn dat de Kerk van Nederland weerkeert naar en vasthoudt aan de waar­heden in de gereformeerde belijdenis-geschriften beleden. Als wij ons tot de kern ervan beperken, geldt al helemaal dat er geestelijke eenheid zijn ook als is er geen volstrekte kerkelijke eenheid mogelijk is. Heel concreet denk ik in de wereldkerk aan baptisten als Bunyan en Spurgeon en aan anglicanen als Newton en Ryle.
Wat wij hier in Nederland en wereldwijd nodig hebben, is een krachtig getuigenis over de heiligheid van God, de verlorenheid van de mens, de redding door Christus’ bloed en de vernieuwing door de Heilige Geest. Een getuigenis dat verbonden is met een leven naar Gods geboden, een leven in de navolging van Christus zoals de Bijbel daarover schrijft. Daarover wil de Heere Zijn zegen gebieden. Wat een zegen is het als vanuit deze eenheid in waarheid en godzaligheid, meer kerkelijke eenheid ontstaat.
Er is nog altijd een overblijfsel naar de verkiezing van genade in Nederland. Laten wij zelf strijden om in te gaan door de enge poort en anderen daartoe aansporen. Laten wij ons erover verblijden als waar ook en door wie dan ook dit evangelie van Gods genade wordt beleden en met een godzalige levenswandel versierd.
Laat ons gebed persoonlijk en kerkelijk zijn: ‘Zegen anderen, maar ook mij.’ Zeker is dat wij grote dingen van God mogen verwachten. Hij is machtig niet alleen elders in de wereld, maar ook in Nederland in de eenentwintigste eeuw wonderen te doen. Nooit kunnen we in het geloof teveel verwachten.
 
Uitzien naar de volmaakte eenheid
De volmaakte eenheid van Gods kerk zal hier op aarde nooit worden gevonden. De volmaakte eenheid is er pas in het nieuwe Jeruzalem. Daar zal de Kerk geen dode leden meer bevatten. Daar zullen de levende leden van de Kerk van al hun zwakheden verlost zijn. Ketterijen en dwalingen zullen de Kerk daar niet meer beroeren en afwijkingen in levenswandel zullen er niet meer worden gevonden. God zal daar alles zijn en in allen.
Er blijft een rust over voor het volk van God. Ontzagwekkend is het als wij die rust niet zullen beërven. Onomwonden spreekt de Bijbel over de toekomende toorn. Laten wij die ontvlieden en ons erop toeleggen de rust in te gaan die er overblijft voor het volk van God. ‘Kom Heere Jezus, ja kom haastiglijk.’