In de aanloop naar de
herdenking van 500 jaar Reformatie zijn inmiddels tal van boeken verschenen
en er zullen er nog veel meer verschijnen. Dat loopt van hoog wetenschappelijke
tot meer populaire publicaties. In de laatste categorie valt het boekje van Michael
Reeves en Tim Chester. Zij willen duidelijk maken dat de Reformatie er nog
altijd toe doet. De Reformatie zelf bleef geen eenheid. Toch is er een
gemeenschappelijke kern die erfgenamen van de Reformatie met elkaar verbindt.
Alleen al het feit dat de
anglicaan Reeves en baptist Chester samen dit boekje konden schrijven, laat dit
zien. Ik plaats hier wel een kleine kanttekening. De zestiende-eeuwse
doopsge-zinden stonden verder van de hoofdstroom van de Reformatie af dan de in
de zeventiende eeuw opgekomen baptisten. Dit ge-geven laten Reeves en Chester
wat onderbelicht.
De auteurs betogen dat wij
niet hoeven te betreuren dat de Reformatie tot stand kwam. Wel dat slechts een
deel van de Kerk gereformeerd werd. Breder beginnen geluiden te klinken of wij
wel zo gelukkig moeten zijn met de Reformatie. Is uiter-lijke eenheid van de
Kerk niet zo’n groot goed dat die nooit mag worden prijsgegeven?
Het antwoord van Reeves en
Chester is dat het bestaansrecht van de Kerk in haar uiterlijke
verschijningsvorm is gelegen in de verkondiging van het Evangelie van Gods
genade. Zij ver-braken de band met Rome en haar bisschop om de ware Kerk voort
te zetten. De eenheid en continuïteit van de kerk ligt in de gemeenschap met
het geloof van de apostelen en hun ver-kondiging van Jezus Christus en Die
gekruisigd.
Evenals Rome beleed de
Reformatie dat er buiten de Kerk geen zaligheid is. Voor haar wordt het wezen van
de Kerk in-nerlijk bepaald. Zij wordt gevormd door allen die gereinigd zijn door
Christus’ bloed en vernieuwd door Zijn Geest. Heel kern-achtig is de formulering
van Reeves en Chester dat je niet zalig bent als je deel uit maakt van de Kerk,
maar dat je deel uit maakt van de Kerk als je zalig bent.
De Reformatie beleed dat
uiteindelijk alleen de Bijbel als het Woord van God toetssteen van ons geloof
mag zijn. Terecht wijzen de auteurs erop hoe actueel dit beginsel is. In onze
tijd wordt het gezag van de Schrift ondermijnt niet zozeer door een beroep op
traditie als op ervaring.
Minstens zo belangrijk is dat
zij onderstreepten dat de Refor-matie uitging van de werkelijke tegenwoordigheid
van Christus in de prediking. Prediking mag en moet altijd weer aan de Schrift
worden getoetst. Dat neemt echter niet weg dat wij naar de prediking van het
Evangelie behoren te luisteren als naar de stem van Christus. Dat maakt de
prediking tot een bijzonder gebeuren.
Voor Rome is genade een
substantie die ons via de sacra-menten wordt meegedeeld. De Reformatie
daarentegen ver-staat heel terecht de genade relationeel. In Zijn genade komt
Christus Zelf tot ons. Wie genade ontvangt, wordt door het geloof met Christus
verenigd. John Henry Newman die in de negentiende eeuw van anglicaan
rooms-katholiek werd, kon in een gezang verwoorden dat hij vanwege zijn
onwaardigheid liever in het vagevuur bleef om zo vanaf een gepaste afstand Gods
liefde te bezingen dan in Zijn directe nabijheid. De Reformatie heeft geleerd
dat de gemeenschap met God door Christus en daarmee Diens nabijheid, de bron
zijn van het bezingen van Gods lof.
We kunnen van het boekje van
Reeves en Chester onder andere leren dat het besef dat wij Gods genade niet
hebben verdiend, niet betekent dat wij niet zeker mogen zijn van Zijn genade.
Een gedachte dat helaas toch ook weer in kerken van de Reformatie ingang vond.
Ter bestrijding van deze gedachte geef ik een citaat van de puritein Richard Sibbes door uit het laatste hoofdstuk van Why the Reformation Still Matters; het hoofdstuk gewijd aan vreugde en glorie. Een christen hier op aarde mag de zeker-heid hebben dat hij op weg is naar de eeuwige heerlijkheid.
Ter bestrijding van deze gedachte geef ik een citaat van de puritein Richard Sibbes door uit het laatste hoofdstuk van Why the Reformation Still Matters; het hoofdstuk gewijd aan vreugde en glorie. Een christen hier op aarde mag de zeker-heid hebben dat hij op weg is naar de eeuwige heerlijkheid.
Sibbes schreef: ‘Er zijn veel
plichten en gesteldheden die God van vraagt en die zonder een zekerheid op
goede gronden niet kunnen zijn (..) God vraagt ons dankbaar in alle dingen te
zijn. Hoe kan ik dat zijn als ik niet weet dat God en Christus de mijne zijn?!
(..) God vraagt ons: “Verblijdt u, wederom zeg ik: verblijdt u.” Kan een mens
zich verheugen dat zijn naam in de hemel is geschreven als hij niet weet
dat dit het geval is?! Hoe kan ik God op vreugdevolle wijze dienen wanneer ik
betwijfel of hij wel mijn God en Vader is?!’
Michael Reeves en Tim Chester, Why the Reformation
Still Matters (Wheaton: Crossway Books, 2016) pb. 224 pp., prijs $14,98
(ISBN 9781433545313)