zaterdag 24 februari 2018

Voorbereiding op de ambtelijke bediening

Inleiding
Allan Herman die zowel in Schotland als in zijn geboorteland Australië als oudtesta­men­ticus aan theologische seminaries heeft les gegeven, scheef een buitengewoon leerzaam boekje over de voorbereiding op het ambt van dienaar van het Woord. Verschillende zaken komen aan de orde zoals de roeping tot het ambt, de theologische opleiding en het metterdaad aan-vangen van het ambtelijke werk.

De roeping tot het ambt
1.  Allereerst brengt Harman naar voren dat alleen zij die door een levend geloof met Christus verenigd zijn, door God innerlijk tot het ambt van dienaar van het Woord geroepen worden. Harman stelt terecht dat zij die zich de vraag stellen of zij wellicht tot dienaar van het Woord worden geroepen, zichzelf met betrekking tot de vol-gende zaken moeten onder­zoeken:
2.  Vervult het mij met passie dat de Bijbel het Woord van God is?
3.  Is mijn diepste begeerte Christus aan verloren zondaren te verkondingen?
4.  Voel ik mij gedrongen prediker van het Evangelie te zijn?
5.  Heb ik de intellectuele capaciteiten om te studeren als voorbereiding op het ambt van dienaar van het Woord en als ik in dat ambt sta?
6.  Ben ik in staat om in het openbaar te spreken?
7.  Kan ik gemakkelijk met mensen van verschillende leeftijden en achtergronden omgaan?
8.  Ben ik in staat met anderen samen te werken?
9.  Heb ik capaciteiten om leiding te geven?
Het moet zo zijn dat deze zaken ook anderen opvallen. Harman stelt dat wij ons niet mogen voorbereiden op het ambt als de leiding van de plaatselijke gemeente waartoe wij beho-ren ernstige twijfels heeft. Als het goed is, zijn we ook niet bevreesd om mensen die ons wat beter kennen om hun oor-deel te vragen. Ben je getrouwd, dan is van groot belang dat je vrouw van harte achter de beslissing staat je voor te bereiden op het ambt van dienaar van het Woord.

Studie die voorafgaat aan de theologische opleiding
Harman stelt dat het cruciaal is dat wij opwassen in de genade en kennis van de Heere Jezus Christus. Getrouw en biddend de Schrift bestuderen is dan wel heel essentieel. Hij raadt aan om de gehele Bijbel eenmaal per jaar door te lezen. Wie dienen zeer goed thuis te raken in het Woord van God. 
Nog voordat wij een theologische opleiding gaan bezoeken dienen we breed belezen te zijn in goede boeken die vanuit een besliste Bijbelse over­tuiging zijn geschre­ven. Het is goed daarbij het advies van anderen te vragen. We moeten ons bepaald niet beperken tot eigentijdse schrijvers. Van belang is al in een heel vroeg stadium een bibliotheek te gaan opbou-wen.
Harman wijst erop dat het van belang is in een vroeg stadium in allerlei opzichten taal­vaardigheid te vermeerderen. Daar-naast noemt hij het beluisteren en lezen van goede preken zowel naar inhoud als vorm en dat van predikers uit het heden en het verleden.

De keuze van een theologische opleiding
In de Engelssprekende wereld is er veel en veel meer keuze in theologische opleiding dan in Nederland. Harman geeft aan-wijzingen waarop moet worden gelet bij het volgen van een theologische opleiding. Deze adviezen sluiten niet tot nauwe-lijks aan bij de Neder­landse situatie. Bij ons valt of weinig of niets te kiezen. Dat neemt niet weg dat voor iedereen van belang is en blijft aan welke criteria een theologische opleiding behoort te vol­doen. Is er geen opleiding waarvoor dat geldt, dan moet dat als een noodsituatie wor­den gezien.
Harman acht de keuze voor de juiste opleiding zeer belangrijk. Op de een of andere wijze zal een theologische opleiding ons vormen zowel bewust als onbewust. Dan is het wel essentieel dat de inhoud van de colleges de toetst van de Schrift en de leer van Gods genade kan door­staan. Hij raadt aan voordat men voor een bepaalde theologische oplei­ding kiest zich gron-dig van het karakter ervan op de hoogte te stellen en ook na te gaan wat de grondslag is.
Naast een Bijbelse en confessionele grondslag is het van belang ervan verzekerd te zijn dat de theologische opleiding die men kiest niet alleen van niveau is maar ook gericht is op de opleiding van dienaren van het Woord. Het eerste kan het geval zijn, terwijl voor het tweede weinig aandacht is. 
Een student die kiest voor een theologische opleiding die niet aan een bepaald kerkverband is verbonden, moet beseffen dat het kerkverband waartoe hij behoort aanvullende opleidings-eisen kan stellen ook al heeft men een volledige theologische opleiding voltooid.
Wie deze criteria naast de Nederlandse theologische opleiding legt, moeten constateren dat in Nederland er niet een theo-logische opleiding is die hier helemaal aan beantwoord. De PTHU weer­spiegelt de theologische pluriformiteit van de PKN en er zijn nauwelijks docenten die zich verbonden weten met de gereformeerde belijdenis. 
In Kampen en Apeldoorn is de situatie anders. Echter, terwijl vroeger beiden instellingen gereformeerd in de zin van de belij-denis konden worden genoemd, is dat nu niet meer over de gehele linie het geval. Het geldt wel voor individuele docenten of hoogleraren.
In Kampen en Apeldoorn is men in brede zin van het woord ge-reformeerd maar de belijde­nis is niet zonder meer norm. Het is goed dat studenten beseffen dat gereformeerd niet zonder voorbehoud vanuit de belijdenis wordt gevuld. 
Er is grote openheid naar nieuwere opvattingen over herme-neutiek waarin het gezag van de Schrift wordt gerelativeerd. Dan klinken er binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken wel veel meer tegenstemmen dan in de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt. 
Zowel in Kampen als in Apeldoorn is is er ruimte voor en ook innerlijke verbonden­heid met theologische opvat­tingen die bepaald niet gereformeerd zijn in de zin van de belijdenis. Ik denk aan de theologie van Karl Barth, Tom Wright, Stanly Hauwerwas en anderen met een ander kijk op bijvoorbeeld de ernst van de eeuwigheid, het gezag van de Schrift en de historische realiteit van de zondeval, visie op het huwelijk enz. dan verwoordt in de gereformeerde belijdenis. 
Voor Kampen geldt dat wel meer dan voor Apeldoorn, maar het verschil is gradueel. Dat staat niet los van het feit dat de Gereformeerde Kerken Vrij­ge­maakt en zij het in veel mindere mate de Christelijke Gereformeerde Kerken toegroeien naar de brede middenstroom van de PKN. Iets wat binnen de PKN zelf voor de Gerefor­meerde Bond geldt. 
Binnen het Hersteld Hervormd Seminarie is geen ruimte voor geluiden strijdig met het volstrekt gezag van de Schrift en voor geluiden die niet sporen met de gereformeerde belijdenis. Het Hersteld Hervormd Seminarie verzorgt voor haar studenten veertig procent van de opleiding. 
Bij de andere zestig procent moeten studenten erop voorbereid zijn op geluiden die helaas ver afstaan van de Schrift en de gereformeerde belijdenis. Dat geldt niet zozeer vakken als Hebreeuws of Grieks, maar wel bijvoorbeeld inleiding Oude en Nieuwe Testament, oecumenica en missiologie.

Het begin van het predikantschap
Na de theologische opleiding aan de orde te hebben gesteld gaat Harman in op het beginnend predikantschap. Hij wijst erop om gebruik te maken van de vaardigheden die bij een theologische opleiding zijn verkregen. In het bijzonder noemt hij kennis van de brontalen. Het is ook zaak die kennis op peil te houden. 
Bij het ambtelijke werk kunnen er heel plotseling zaken op een predikant afkomen. Dat doet niets af van het belang van goede planning. Dat geldt niet in de laatste plaats met betrekking tot het voorbereiden van preken. Harman pleit ervoor lang van te voren na te denken over de keuze van teksten en eventueel al wat aantekeningen te maken die later veel grondiger kunnen worden uitge­werkt.
Een predikant moet leren op goede wijze met verschillen van inzicht om te gaan. Door onverstandig gedrag kan klein ver-schil tot een controverse uitgroeien die heel de gemeente in beroering brengt. Tenslotte wijst Harman er jonge predikanten op te blijven lezen los van het voorbereiden van preken om zo zelf ook geestelijk gevoed te worden en fris te blijven.

Appendices
Harman geeft ook een korte opsomming van een aantal titels die te maken hebben met predikantschap en de voorbereiding erop. Dan volgen er nog een viertal appendices. In de eerste worden een aantal boeken opgesomd die een eerste oriëntatie bieden op de verschillende disciplines binnen de theologie. 
De tweede is een korte handleiding voor he voorbereiden van preken. De derde komt uit Spurgeons Pastorale adviezen en gaat over de zelfwaakzaamheid die een predikant moet beoe-fenen. De laatste is van Benjamin B. Warfield en heeft als onderwerp het geestelijke leven van theologiestudenten.
Het boekje van Harman is een must voor theologiestudenten en voor iedereen die overweegt theologie te gaan studeren.


N.a.v. Allan Harman, Preparation for the Ministry (Edinburgh: The Banner of Truth, 2015) paperback 117 pp., £5,25 (ISBN 9781848716230)