Al
in mijn eerste gemeente ben ik begonnen met het houden van doordeweekse Bijbellezingen
hetzij in de vorm van een doorde-weekse kerkdienst hetzij in de vorm van een
bijbelavond. Dat laatste komt dan neer op een preek waarover vervolgens vragen
kunnen worden gesteld. Je zou kunnen zeggen een preek gecombineerd met een
preekbespreking. Mijn uitgangspunt is daarbij dat afgezien van de zomermaanden
er elke twee weken een samenkomst is voor de gehele gemeente. Op dat laatste
wil ik allereerst ingaan.
Ik
ben er diep van overtuigd dat het voor het geestelijk welzijn van de gemeente
van groot belang is ook doordeweeks rondom het Woord bijeen te komen. De eerste
christenen deden het zelfs dagelijks. Met Spurgeon zeg ik dat het onbestaanbaar
is dat een levende christen genoeg zou hebben aan de zondagse samen-komsten van
de gemeente, al vormen die ongetwijfeld het hoogtepunt van het gemeenteleven
vanwege het bijzondere karakter van de eerste dag van de week als de dag des
Heeren. Een christen kenmerkt zich door honger naar het Woord.
Ongetwijfeld
kan men op allerlei wijze samen met anderen het Woord bestuderen, maar niets
gaat uit boven een samenkomst voor de gehele gemeente. Daar komt het meest tot
uiting tot het Woord er is voor mensen van welke achtergrond en welke leeftijd
dan ook. In een kerkdienst is het God Die door middel van één van Zijn knechten
tot de gemeente spreekt.
De
gemeente participeert door te luisteren naar de stem van de levende God. Als er
zo geluisterd mag worden is de kerkdienst echt een feest. Midden in de week
worden we even uitgetild boven alle beslommeringen. Als dat het mogelijk is, is
het een goede zaak om met een aantal anderen na afloop van de dienst bij elkaar
te komen om met elkaar te spreken over wat gehoord werd. Dan wordt de
kerkdienst vervolgt door een gezelschap of hoe men het ook noemen wil.
Op de dag des Heeren
moet iedereen zoveel mogelijk naar de kerkelijke gemeente gaan waartoe hij
behoort. Dat geldt ook als er doordeweeks in eigen gemeente een dienst wordt
belegd. Nu pleegt dat in de meeste gemeenten niet elke week te zijn. Ik acht
het een goede zaak als men dan elders kerkt. Wat mij betreft behoeft er dan ook
niet naar kerkmuren gekeken te worden. Het gaat om de boodschap die gebracht
wordt. Waar de boodschap van vrije genade, van verzoening door Christus’ bloed
en wedergeboorte door Gods Geest wordt gebracht, is Gods kerk.
Het is een goede zaak
als wij in onze gebroken kerkelijke situatie concreet leren betrachten: ‘Ik ben
een vriend, ik ben een metgezel van allen die Gods Naam ootmoedig vrezen.’ Ik
denk aan de woorden William Cowper over Oney in de achttiende eeuw. Hij schreef
aan een vriend dat in Olney de anglicanen er geen last van hadden dat de
kerkgebouwen van de afgescheidenen geen toren hadden en de afgescheidenen
omgekeerd er geen moeite mee hadden dat het anglicaanse kerkgebouw er wel een
had. Over en weer werden in Olney de doordeweekse diensten bezocht.
Nu
over het aspect van bijbellezing dat aan menige doordeweekse kerkdienst is
verbonden. In elke dienst is één van de bedoelingen dat de gemeente het Woord
van God beter leert verstaan en dat opdat God verheerlijkt wordt in het leven
van de leden van de gemeente. ‘Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig
tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de
rechtvaardigheid is; opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk
volmaakt toegerust.’ (2 Timotheüs 3:16-17).
Juist
een doordeweekse kerkdienst leent zich er bijzonder voor om extra aandacht aan
de uitleg van de Schrift te geven. De aandacht pleegt vaak groter te zijn dan
op de dag des Heeren. Degenen die komen zijn, plegen echt bereid te zijn om te
luisteren. Opdat mensen meer zicht krijgen op de inhoud van de Bijbel, is het
goed een geheel bijbelboek of een deel van een bijbelboek te behandelen. Zo
wordt in de prediking de structuur van een bijbelhoofdstuk en de daaraan
verbonden voortgang van de gedachteontwikkeling duidelijk.
Ik
zou een pleidooi willen voren om in doordeweekse bijbellezingen allereerst te
denken aan de nieuwtestamentische brieven. Die heb-ben in het licht van de
voortgang van de openbaring een bijzondere plaats in de Schrift. Terugziende op
het volbrachte werk van de Heere Jezus Christus wordt in de nieuwtestamentische
brieven de betekenis van Christus’ dood, opstanding en hemelvaart ontvouwd. De
bijbelse leer in haar uiteindelijke vorm wordt er ons in geopenbaard.
Als
de nieuwtestamentische brieven in de prediking vers na vers of gedeelte na
gedeelte behandeld worden, wordt de gemeente met dezelfde ontwikkeling van
gedachten geconfronteerd als de eerste lezers. Het is een middel om te
voorkomen dat Schriftwoorden fout worden verstaan omdat het verband waarin zij
staan niet helder voor ogen staat. Tenslotte: het gaat erom dat de prediking
wordt toegepast aan het hart, dat wij de kracht van het ene ongetwijfelde
christelijke geloof mogen kennen waarvan Jezus Christus, de van God gegeven
Middelaar, de hoofdsom is.