vrijdag 22 april 2016

De Christen- en Christinnereis. Literatuur in dienst van het evangelie

Inleiding
Reeds direct na de verschijning in 1678 was De Christenreis van John Bunyan een bestseller. Inmiddels is het boek in zo’n 200 talen vertaald. De eerste vertaling was die in het Nederlands en wel in 1682 met gravures van Jan Luyken. In 1684 publiceerde Bunyan een vervolg van op De Christenreis. In het Nederlands kreeg dit vervolg de naam De Christinnereis. Terwijl in het eerste deel de lotgevallen van Christen worden beschreven, worden in het tweede deel die van zijn Christinne, hun kinderen en haar vriendin vrouwe Barmhartigheid verteld.
De Neder­landse titel De Christenreis is geen letterlijk vertaling van de oorspronkelijke titel. Die luidt name­lijk The Pilgrim’s Progress. Letterlijk vertaald is dat De Pelgrimsreis of De vorderingen van de pelgrim. Deze beide kanten heeft Bunyan bedoeld. Hij beschrijft in de beide delen van zijn meesterwerk de reis van pelgrims naar het nieuwe Jeruzalem. Daarbij komt naar voren dat ht geestelijke leven gedurende de reis voortgaat en wordt verdiept.
Wanneer Bunyan de christen als een pelgrim tekent, sluit dat aan bij een notie die zeer diep verankerd is in het klassieke christelijke geloof. Een mens is niet voor de tijd maar voor de eeuwigheid ge-schapen. We worden een christen door wedergeboorte en vanaf dat moment zijn we op aarde een vreemdeling en worden we een pelgrim op reis naar de hemelse heer­lijkheid. Deze gedachten zijn in de Vroege Kerk heel breed ontvouwd door de kerkvader Au­gu­stinus. Ik noem vooral zijn werk De stad van God.
De Pelgrimsreis van Bunyan is niet alleen een klassiek christelijk maar ook een echt reforma­torisch werk. Dan gebruik de aanduiding ‘reformatorisch’ niet in sociologische maar kerk­historische zin, na-melijk een geschrift waarin de boodschap van de Reformatie door­klinkt. 
Heel duidelijk komt in De Pelgrimsreis dat een mens alleen onbe-vreesd God kan ontmoeten als hij bekleed is met de gerechtigheid van Christus. Een christen vindt zijn laatste houvast niet op wat hij voor Christus heeft gedaan maar op wat Christus voor hem deed en op Gods beloften die in Christus ja en amen zijn.

De taal en de tekening van de leefwereld
Bunyan heeft alleen een aantal jaren basisonderwijs gehad. Verder was hij een autodidact. Niet ten onrechte is hij echter als een literair genie getypeerd. De toegankelijkheid van zijn werk heeft niet in de laatste plaats te maken met zijn taalgebruik. Een zin bestaat nooit uit meer dan twee delen. Bunyan is ook eenvoudig is zijn woord-keuze. In het Engels heb je vaak twee worden omdat Engels een mengeling is van Angelsaksische en Romaanse taal. Het Engels van Bunyan is om het op zijn Engels te zeggen ‘plain Anglo-Saxon English’.
Een zeventiende-eeuwse Engelsman hoorde in de dialogen die in De Pelgrimsreis voor­ko­men, gesprekken zoals die in herbergen, op straten en in werkplaatsen werden gevoerd. De dia­logen zijn niet alleen vol van bijbelse inhoud maar zijn ook gerelateerd aan de kerkelijke en geestelijke situatie van zijn dagen.
De tekening van het landschap, van gebouwen en steden is geba-seerd op wat Bunyan met eigen ogen zag. Gebouwen uit Bunyan direct omgeving staan model voor de gebouwen uit De Pel­grimsreis. Wanneer Bunyan een rivier tekent, heeft hij de rivier de Ouse die door onder andere door Bedford stroomde voor ogen.
In de tekeningen van per­sonen klinken de maatschappelijke verhou-dingen van Engeland in de zeventiende eeuw door. Echter ook wie al deze dingen ont­gaat, kan door De Pelgrimreis gesticht worden. Juist daarin blijkt dat we met een werkelijk klassiek werk te doen hebben, een werk dat de tijd waarin het werd geschreven overstijgt

Literatuur in dienst van het evangelie
De Pelgrimsreis is een niet alleen theologisch maar ook literair groot werk. Bij dat laatste denken we naast ook aan de vormgeving. Meerdere genres zijn in De Pelgrimsreis met elkaar verweven. Aller-eerst kunnen we dan denken aan een droomvertelling. De schrijver vertelt hoe hij in slaap viel en een droom droomt en gaat vervolgens zijn verhaal ontvouwen.
Het genre van de droom­vertelling opent mogelijkheden voor het opnemen van elementen in het verhaal die in een realis­tisch genre onmogelijk zijn. We kunnen denken aan het voorkomen van reuzen en monsters en aan het gegeven dat grond betoverd kan zijn. De droomvertelling geeft Bunyan ook de moge­lijkheid om hoe summier ook aan het slot van het eerste deel iets van de heerlijkheid van het hemelse Jeruzalem te beschrijven.
De Pelgrimsreis heeft ook het karakter van een allegorie. Bij de allegorie heeft het verhaal tot in de details toe een geestelijke bete-kenis. Dat geldt ook van allerlei details in De Pelgrimreis. We kunnen denken aan het feit dat Christen Getrouw voorbijloopt, achterom kijkt en dan valt. Daar­mee geeft Bunyan aan dat als wij meer willen zijn dan een ander kind van God wij juist laten zien dat wij nog te weinig in de genade zijn gevorderd.
In de Middeleeuwen bereikte de allego­rie een grote populariteit. Personen in allegorische werken symboliseerden deugen of ondeug-den. Dat zien wij bijvoorbeeld het werk Elckerlijc waarvan in de vroege zestiende eeuw een Engelse vertaling verscheen onder de titel van Everyman. Ook in De Pelgrimreis heeft de naam die een persoon draagt te maken met de wijze waarop hij in het leven staat.

De strijd van een christen
De Bijbel tekent ons de christen als een strijder. We hoeven maar te denken aan Ef. 6:12-18. De onderdelen van de wapenrustig van een Romeins soldaat worden in dit gedeelte door de apostel Paulus betrokken Gods genadegaven en op het door Hem geschonken Evangelie. 
Een christen strijdt tegen de duivel, tegen de zondige wereld en niet te vergeten tegen zichzelf. In zijn verbeelding van de geestelijke strijd van een christen in De Pelgrimsreis door Bunyan komen we Apollyon (een naam voor de duivel) tegen en reus Wanhoop. Ook in het tweede deel van De Pelgrimsreis lezen we van reuzen.
Bunyan wist zich hier ongetwijfeld – zij het wellicht onbewust – geïnspireerd door Beowulf. In dit Oudengels geschreven heroïsche gedicht gaat Beowulfde stijd aan met het monster Grendel. Al kwam Beowulf pas in de negentiende eeuw in drukvorm uit, de inhoud ervan maakte wel deel uit van het collecte geheugen.
Dan kunnen we wijzen aan volksverhalen die in de zeventiende eeuw in gedrukte vorm brede verspreing vinden zoals Jack a Horse­back en Bevis of Southampton ook daar vinden we verhalen over gevechten met reuzen en monsters. Het is zeer waarschijnlijk dat Bunyan deze verhalen ijnn zijn jeugd heeft gelezen of er in ieder geval over heeft horen spreken.


De Pelgrimsreis meer dan een allegorie
Bunyan heeft gebruik gemaakt van de stijlfiguur van de allegorie. Zij werd gebruikt om de boodschap van de kerk aan het eenvoudige volk duidelijk te maken. Bunyan heeft deze stijlfiguur in dienst gesteld van de verkondiging van het Evangelie van enkel genade. Nu is de kracht van de Christenreis dat het meer is dan een allegorie.
Je zou dit werk ook als een uitgewerkte gelijkenis kunnen typeren, een gelijkenis waarin een persoon centraal staat. Als ik een verge-lijking mag maken met één van de gelijkenissen van de Heere Jezus Christus is het met die van de verloren zoon.
De literaire kracht van zo'n gelijkenis waarin een persoon centraal staat, is dat het je ertoe oproept je met die persoon te identificeren. Zo kan je ook meegenomen worden door een boek dat je leest. Nu gaat het uiteindelijk om identificatie, om herkenning op een veel dieper niveau. Bij de gelijkenis van de verloren zoon is de grote vraag. Herken jij in die verloren zoon jezelf? Dat is nu ook de vraag waar de Christenreis ons mee confronteert: Herken je in Christen jezelf? Herken je in zijn pelgrimsreis je eigen levensgang?