De gereformeerde belijdenis
De Reformatie
heeft zichzelf niet als de vorming van een nieuwe kerk, maar als de reformatie
van de katholieke kerk verstaan. William Perkins, de vader van het Engelse puritanisme,
schreef een boek The Reformed Catholick.
De gereformeerde kerk is de katholieke of christelijke kerk in haar
gereformeerde gestalte.
Dat de Reformatie geen nieuwe kerk wilde vormen, bleek niet in de laatste plaats uit het erkennen van de betekenis van de Heilige Doop in de naam van de Drie-enige God ook in de eeuwen voor-afgaande aan de Reformatie. Men wenste vast te houden aan de vroegchristelijke belijdenis van de Drie-eenheid en van de Per-soon van de Heere Jezus Christus. Slechts onbijbelse ballast wenste men overboord te zetten.
Dat de Reformatie geen nieuwe kerk wilde vormen, bleek niet in de laatste plaats uit het erkennen van de betekenis van de Heilige Doop in de naam van de Drie-enige God ook in de eeuwen voor-afgaande aan de Reformatie. Men wenste vast te houden aan de vroegchristelijke belijdenis van de Drie-eenheid en van de Per-soon van de Heere Jezus Christus. Slechts onbijbelse ballast wenste men overboord te zetten.
Boven
de Vroege Kerk uit wenste de Reformatie recht te doen aan het bijbelse
getuigenis van de rechtvaardiging door het geloof alleen. Deze boodschap
verbindt alle christenen van de Refor-matie of ze nu luthers, gereformeerd of
anglicaans zijn met elkaar. De wegen van de lutherse en gereformeerde
reformatie zijn uit elkaar gegaan. Theologisch was de leer van het heilig
avondmaal het belangrijkste breekpunt.
Luther leerde klaar en duidelijk dat het ene
offer van Christus op Golgotha de volkomen en enige grond van de zaligheid is.
Dat offer behoeft niet herhaald of present te worden gesteld. Luther meende
echter wel dat Christus lichamelijk bij de bediening van het heilig avondmaal
onder de tekenen van brood en wijn aanwezig was. Calvijn stelde daartegenover
dat Christus wel werkelijk bij de bediening van het heilig avondmaal
tegenwoordig is, maar dan door Zijn Geest en wel in de harten van hen die door
een waar geloof tot de dis van het verbond toetreden.
Niet
minder belangrijk is dat de gereformeerde Reformatie wel-bewust omvattender
wenste te zijn dan de lutherse. Voor Luther was een reformatie van de prediking
voldoende. Als de boodschap van de rechtvaardiging door het geloof maar
duidelijk doorklonk. De gereformeerde Reformatie wenste heel nadruk-kelijk ook
de liturgie en de kerkregering te hervormen. Zo werden de beelden uit de kerk
verwijderd en het ambt van ouderling hersteld.
Méér
dan de lutherse Reformatie wenste de gereformeerde Reformatie recht te doen
niet alleen aan het beginsel ‘de Schrift alleen’, maar ook aan dat van ‘de
Schrift geheel’. Méér ook dan de lutherse Reformatie heeft de gereformeerde
Reformatie de zelfstandigheid van de kerk ten opzichte van de overheid
benadrukt; een zaak die in de geschiedenis van ons eigen land van groot belang
is geweest.
De kerk van de Reformatie in Nederland
werd geen lutherse, maar een gereformeerde kerk
In
de eerste helft van de zestiende eeuw was de situatie van de reformatie van de
kerk in Nederland diffuus. Allerlei invloeden deden zich gelden. Pas later in
de zestiende eeuw begint duidelijk te worden dat de breuk met Rome definitief
is en de structurele eenheid van de kerk een gepasseerd stadium is.
Weliswaar
is er in Nederland een kleine lutherse kerk ontstaan, maar de meeste
reformatorische christenen oriënteerden zich op het gereformeerde protestantisme.
Omdat de overheid zich tegen de Reformatie keerde, werden ondergronds los van
de bestaande kerkelijke structuren gemeenten gevormd.
Vanwege
de vervolging vluchtten vele Nederlandse gerefor-meerde christenen naar het buitenland
om daar gemeenten te stichtten. In 1568 kwam een eerste nationale vergadering
bijeen, het zogenaamde convent van Wezel. Zowel op het convent van Wezel en
heel nadrukkelijk op de eerste nationale synode die in 1571 in Emden werd
gehouden, heeft de Nederlandse Kerk er nadrukkelijk voor gekozen een gereformeerde
en geen lutherse kerk te zijn. Niet de Augsburgse
Confessie, maar de Heidelbergse
Catechismus en de Nederlandse
Geloofsbelijdenis werden als belijdenis van de kerk aanvaard. Dat is voor
de Kerk van Neder-land allesbehalve onbelangrijk geweest.
Ik
denk in het bijzonder aan het feit dat de latere luthersen met betrekking tot
het Heilig Avondmaal in het spoor van Luther gingen en met betrekking tot de
vrijheid van de wil in het spoor van Melanchton. Diens zienswijze bood
openingen naar de remonstrantse opvattingen. Vanuit de gereformeerde
belijdenis liggen de voorkeuren juist precies omgekeerd. Dan weten we ons met
Melanchton verbonden in zijn visie op het Heilig Avondmaal en vooral met Luther
in zijn zienswijze op de gebondenheid van de wil, die enkel en alleen door Gods
genade kan worden bevrijd.