Rob Lister, God is Impassible and
Impassioned: Toward a Theology of Divine Emotion, Apollos, Nottingham 2012;
ISBN 978-1-84474-601-9; pb. 333 pp., prijs £16,99.
In
hoofdstuk 2 van The Westminster Confession wordt aangaande God onder
andere beleden dat hij ‘without passions’ (zonder hartstochten) is. De
godgeleerden van de synode van Westmin-ster verwoorden hier een element uit de
Godsleer dat al door de kerkvaders werd beleden. Een element ook dat in het bijzonder
sinds de vorige eeuw zwaar onder vuur ligt. Deze zienswijze op God wordt dan
toegeschreven aan de kwalijke invloed van het Griekse filosofische denken op de
theologie. Terwijl de Bijbel ons een God vol bewogenheid en passie tekent, doet
de klassieke theologie voorkomen dat dit feitelijk een oneigenlijk spreken over
God is.
Nu
hebben in de Vroege Kerk al stemmen geklonken dat het lijden van op God Zelf
moet worden betrokken of in ieder geval ook op de goddelijke natuur van
Christus. De kerkvaders hebben deze visie krachtig van de hand gewezen. Zij
hebben onder-streept dat het wonder van de incarnatie daarin bestaat dat Hij Die
niet lijden kon, toch geleden heeft. Zo brachten zowel de eenheid van de
persoon van de Middelaar Die geleden heeft naar voren als het feit dat het
lijden feitelijk alleen Zijn menselijke natuur gold.
Wezenlijk
voor God is namelijk volgens de kerkvaders dat leed, dat immers een gevolg
is van de zonde, Hem niet kan treffen en Hij ook niet kan sterven. In allerlei
vormen van eigentijdse theologie wordt daarentegen gesteld dat lijden ook op
God van toepassing is en dat Jezus als Middelaar niet alleen naar Zijn
menselijke maar ook naar Zijn goddelijke natuur heeft geleden. De bekendste
naam in dit verband is die van Jurgen Moltmann. In ons eigen vaderland kan de
naam van dr. A. van de Beek worden genoemd.
Hier
staan grote dingen op het spel. In de klassieke Godsleer is in tegenstelling
tot de genoemde zienswijze God wezenlijk boven de schepping verheven en van
de schepping onderscheiden. Het heeft dan ook aan tegenstemmen niet
ontbroken. De rooms-katholieke theoloog Thomas Weinandy gaf al meer dan tien
jaar geleden een bijzonder deskundige verdediging van de klassieke theologie
met betrekking tot het lijden van God.
Weinandy bracht naar voren dat de incarnatie eigenlijk overbodig wordt als lijden ook op God van toepassing kan zijn. Vorig jaar verscheen een studie die nog breder van opzet is dan die van Weinandy en wel van Rob Lister. Het is uitwerking van zijn dissertatie die hij verdedigde aan Southern Baptist Theological Seminary.
Weinandy bracht naar voren dat de incarnatie eigenlijk overbodig wordt als lijden ook op God van toepassing kan zijn. Vorig jaar verscheen een studie die nog breder van opzet is dan die van Weinandy en wel van Rob Lister. Het is uitwerking van zijn dissertatie die hij verdedigde aan Southern Baptist Theological Seminary.
Lister
brengt naar voren dat wij moeten beseffen dat de Bijbel als zodanig slechts aan
de rand metafysische uitspraken doet. Ech-ter, het geheel van het bijbelse
getuigenis vooronderstelt wel een bepaalde metafysica. Wie dat ontkent, doet
feitelijk ook een meta-fysische uitspraak, al heeft die een antikarakter.
De Bijbel tekent ons God voornamelijk vanuit het gezichtspunt dat Hij in relatie is getreden met de wereld en met de mens. Echter, hieruit mag niet worden geconcludeerd dat God in deze relaties opgaat. De Bijbel maakt ons namelijk ook duidelijk dat God alle dingen werkt naar de raad van Zijn wil en dat Hij de volstrekt Soevereine is.
De Bijbel tekent ons God voornamelijk vanuit het gezichtspunt dat Hij in relatie is getreden met de wereld en met de mens. Echter, hieruit mag niet worden geconcludeerd dat God in deze relaties opgaat. De Bijbel maakt ons namelijk ook duidelijk dat God alle dingen werkt naar de raad van Zijn wil en dat Hij de volstrekt Soevereine is.
Lister
brengt het belang van het onderscheid tussen Schepper en schepsel voor de
Godsleer naar voren. Los van de schepping is God de volzalige in Zichzelf.
De drie personen van de Drie-eenheid zijn op een volmaakte wijze op elkaar
betrokken en heb-ben elkaar lief. Wie de klassieke theologie recht wil doen,
moet beseffen dat zij wilde aangeven dat God nooit door factoren buiten Hem
wordt overvallen. Hij wordt nooit door hartstochten meegevoerd.
Tegelijkertijd
heeft God op eigen initiatief de wereld geschapen en maakt Hij daarbij, vanuit
Zichzelf bewogen, mensen zalig. Hij is onveranderlijk in Zijn wezen en in Zijn
natuur. Hij hoeft geen berouw te hebben over falen en Hij wordt nooit met door
Hem onvoorziene omstandigheden geconfronteerd.
Als de Bijbel spreekt over Gods
berouw, wil dat zeggen dat Hij in overstemming met Zijn natuur en raad niet
langer toornt, maar Zich ontfermt of dat Zijn lankmoedigheid overgaat in de
vol-trekking van straf. Nooit kunnen we echter van God zeggen dat Hij
gedesillusioneerd is. Als we in Jesaja 63 van God lezen: ‘In al hun benauwdheden
was Hij benauwd’, moeten we dat verstaan dat God Zijn bondsvolk nabij is en
door de grootste nood hen naar de redding voert.
Lister
heeft niet alleen een uiterst belangrijke maar - de stof in aanmerking nemend -
ook een zeer goed leesbare studie ge-schreven waarin hij duidelijk maakt dat God
zowel boven lijden is verheven (impassible) als bewogen is (impassioned). Dat
laatste wordt vaak in de Godsleer van de klassieke theologie iets meer
impliciet dan expliciet verwoord. Lister wil aan het eerste vasthouden en in
het kader van de geschiedenis van de verlos-sing het laatste ook volledig recht
doen.