De leer van de onfeilbaarheid van de Schrift is niet
alleen klassiek gereformeerd, maar ook klassiek christelijk. Helaas merken
we dat in steeds bredere kring bij het volstrekte gezag van de Schrift
vraagtekens worden gezet. Meer dan eens wordt opgemerkt dat het niet om de Bijbel
gaat, maar om Christus. Echter, we kunnen en mogen Christus niet van Zijn Woord
scheiden. Wie Christus is en wat Hij gedaan heeft, weten we alleen uit de
Bijbel. De Bijbel is geen boek met feilbare visies van mensen, maar Gods
onfeilbaar Woord.
Reeds de kerkvaders zeiden dat wij de
Bijbelschrijvers als secre-tarissen van de Heilige Geest moeten zien. Soms wordt
ook wel beweerd dat de gedachte dat de Bijbel, ook als het gaat om historische
feiten, volstrekt betrouwbaar en onfeilbaar zou zijn, in de kerkgeschiedenis
een vrij nieuwe gedachte is. Zo zou het pas voor het eerst in de twintigste
eeuw door Amerikaanse funda-mentalisten zijn gesteld. Ik geef nu een citaat door
met de vraag: ‘Wie schreef dit?’ Wie ik het ook voorlegde, nooit kreeg ik het
juiste antwoord.
Dan nu eerst het citaat: ‘Het is volstrekt verkeerd
om de inspiratie van de Schrift tot bepaalde delen te beperken of te stellen dat
de heilige schrijver zich heeft vergist. Het is onmogelijk dat het voor-komen
van een vergissing kan samengaan met de inspiratie van de Schrift. Inspiratie
is niet alleen onverenigbaar met vergis-singen, maar sluit het uit en verwerpt
het absoluut en nood-zakelijker wijze. Het is namelijk onmogelijk dat God
Zelf, Die de hoogste wijsheid is, iets kan zeggen dat niet waar is.’
Dan nu het antwoord op de vraag naar de schrijver.
De bewuste passage staat in een geschrift dat in 1893 het licht zag en komt
voor in de encycliek Providentissimus Deus van paus Leo XIII. Deze paus
was verontrust over de toenemende Schriftkritiek en wilde daarvoor door middel
van deze encycliek een dam tegen opwerpen.
Als het gaat om de verhouding tussen Schrift
en kerkelijke traditie scheiden de wegen van Rome en de
Reformatie. Volgens Rome kunnen we de Schrift alleen maar goed verstaan
als we luisteren naar het levend leergezag van de rooms-katholieke kerk.Dat
heeft de Reformatie volstrekt afgewezen. Alleen de Schrift is de uitein-delijke
regel van het geloof.
Echter, Rome heeft nooit ontkend dat de Schrift het onfeilbare Woord van God is. Het is te wensen dat de woorden te vinden in Providentissimus Deus wereldwijd door christenen, van welke achtergrond ook, van harte worden aanvaard.
Echter, Rome heeft nooit ontkend dat de Schrift het onfeilbare Woord van God is. Het is te wensen dat de woorden te vinden in Providentissimus Deus wereldwijd door christenen, van welke achtergrond ook, van harte worden aanvaard.
Calvijn noemde de Schrift het gewaad van
Christus. Als wij vragen gaan stellen bij het gezag en de betrouwbaarheid van
het gewaad waarin Christus tot ons komt, benemen wij onszelf de mogelijkheid
het juiste zicht op Christus Zelf te krijgen.