donderdag 20 augustus 2015

De onfeilbaarheid van de Schrift

De leer van de onfeilbaarheid van de Schrift is niet alleen klassiek gereformeerd, maar ook klassiek christelijk. Helaas merken we dat in steeds bredere kring bij het volstrekte gezag van de Schrift vraagtekens worden gezet. Meer dan eens wordt opgemerkt dat het niet om de Bijbel gaat, maar om Christus. Echter, we kunnen en mogen Christus niet van Zijn Woord scheiden. Wie Christus is en wat Hij gedaan heeft, weten we alleen uit de Bijbel. De Bijbel is geen boek met feilbare visies van mensen, maar Gods onfeilbaar Woord.
Reeds de kerkvaders zeiden dat wij de Bijbelschrijvers als secre-tarissen van de Heilige Geest moeten zien. Soms wordt ook wel beweerd dat de gedachte dat de Bijbel, ook als het gaat om historische feiten, volstrekt betrouwbaar en onfeilbaar zou zijn, in de kerkgeschiedenis een vrij nieuwe gedachte is. Zo zou het pas voor het eerst in de twintigste eeuw door Amerikaanse funda-mentalisten zijn gesteld. Ik geef nu een citaat door met de vraag: ‘Wie schreef dit?’ Wie ik het ook voorlegde, nooit kreeg ik het juiste antwoord.
Dan nu eerst het citaat: ‘Het is volstrekt verkeerd om de inspiratie van de Schrift tot bepaalde delen te beperken of te stellen dat de heilige schrijver zich heeft vergist. Het is onmogelijk dat het voor-komen van een vergissing kan samengaan met de inspiratie van de Schrift. Inspiratie is niet alleen onverenigbaar met vergis-singen, maar sluit het uit en verwerpt het absoluut en nood-zakelijker wijze. Het is namelijk onmogelijk dat God Zelf, Die de hoogste wijsheid is, iets kan zeggen dat niet waar is.’
Dan nu het antwoord op de vraag naar de schrijver. De bewuste passage staat in een geschrift dat in 1893 het licht zag en komt voor in de encycliek Providentissimus Deus van paus Leo XIII. Deze paus was verontrust over de toenemende Schriftkritiek en wilde daarvoor door mid­del van deze encycliek een dam tegen opwerpen.
Als het gaat om de verhouding tussen Schrift en kerkelijke traditie scheiden de wegen van Rome en de Reformatie. Volgens Rome kun­nen we de Schrift alleen maar goed verstaan als we luisteren naar het levend leergezag van de rooms-katholieke kerk.Dat heeft de Reformatie volstrekt afgewezen. Alleen de Schrift is de uitein-delijke regel van het geloof.
Echter, Rome heeft nooit ontkend dat de Schrift het on­feil­bare Woord van God is. Het is te wensen dat de woorden te vinden in Providentissimus Deus wereldwijd door christenen, van welke achtergrond ook, van harte worden aanvaard.
Calvijn noemde de Schrift het gewaad van Christus. Als wij vragen gaan stellen bij het gezag en de betrouwbaarheid van het gewaad waarin Christus tot ons komt, benemen wij onszelf de mogelijkheid het juiste zicht op Christus Zelf te krijgen.