In A Peculiar Glory geeft John
Piper meer dan alleen een theo-logische en exegetische onderbouwing van het
gezag van de Schrift. Hij laat ook zien hoe wij in de omgang met God door
Schriftonderzoek en gebed van dit gezag worden overtuigd.
Zonder enige reserve belijdt hij de onfeilbaarheid en de verbale inspiratie van de Schrift. Helaas zijn er inmiddels maar weinig van toonaangevende theologen binnen de gereformeerde gezind-te in Nederland die dit nog op een zo duidelijke wijze doen als Piper.
Zonder enige reserve belijdt hij de onfeilbaarheid en de verbale inspiratie van de Schrift. Helaas zijn er inmiddels maar weinig van toonaangevende theologen binnen de gereformeerde gezind-te in Nederland die dit nog op een zo duidelijke wijze doen als Piper.
Hij heeft niet de pretentie een studie
van academisch niveau te schrijven. Iets wat hij overigens wel kan. Dan denk
ik aan zijn boek over Romeinen 9 met titel The Justification of God
waarin hij laat zien dat de leer van de persoonlijke verkiezing echt in dit
hoofdstuk is te vinden. Met A Peculiar Glory
richt hij zich nadruk-kelijk op een breder publiek. Wie meent dat bepaalde zaken
breder uitgewerkt hadden moeten worden, moet dit verdisconteren.
A
Peculiar Glory valt in vijf delen uiteen. Na een persoonlijk getin-te
inleiding schrijf Piper over de omvang van de canon en de be-trouwbaarheid van
de overgeleverde Bijbelse handschriften. Er wordt wel betwijfeld over aan het
begin van de christelijke jaar-telling de canon van het Oude Testament reeds
afgesloten. Zeker is dat in bepaalde stromingen boeken die niet in de canon kwamen,
hoog gezag hadden.
Evenzeer is echter duidelijk dat de
boeken die wij nu als boeken van het Oude Testament kennen door alle stromingen
van het Jodendom als gezaghebbend werden erkend. Nergens geeft het Nieuwe
Testament aanleiding tot de gedachte dat Jezus en de Schriftgeleerden
verschillend dachten over de omvang van de Schrift. Piper noemt ook het
getuigenis van Josephus over het aantal boeken van het Oude Testament.
Aansluitend bij publicaties van Michael Kruger betoogt Piper – en dat naar mijn overtuiging geheel terecht – dat de
contouren van de canon van het Nieuwe Testament reeds in de tweede eeuw
zichtbaar worden. Vraag was of een boek naar inhoud en oor-sprong apostolisch
was. Wat laatste criterium betreft, kon een boek ook door een directe medewerker
van een apostel zijn geschreven. Piper somt dan ons bekende nieuwtestamentische
Bijbelboeken op.
Van
geen boek uit de oudheid zijn zoveel handschriften bewaard als van de Bijbel.
Dat verklaart dat er ook echt onderzoek gedaan kan worden naar die vele
handschriften. Zijn er tussen die handschriften niet vele verschillen. Dat is
zo, maar we moeten die verschillen wel in het juiste perspectief zien. We
vinden overschrijf-fouten, spellingfouten enz. Dan kom je aan ongeveer 98% van
de onderlinge verschillen.
Bij
de verschillen die overblijven is het niet zo dat daardoor ook maar één
fundamenteel leerstuk van de christelijke kerk ter dis-cussie komt te staan.
Door vergelijking van de handschriften kan met grote zekerheid de oorspronkelijke
tekst van de Bijbel worden vastgesteld. Wie van dit perspectief waarbinnen de verschillen moeten worden gezien niet weet, kan door beweringen over de vele verschillen van de wijs worden gebracht. Piper laat
zien dat dit niet nodig is.
De Schrift getuigt van zichzelf dat zij
het Woord van God is. Als het goed is, is dat voor een christen het einde van
alle tegen-spraak. Mede luisterend niet alleen naar Calvijn en wat deze schreef
over het innerlijke getuigenis van de Heilige Geest maar ook naar Jonathan
Edwards laat Piper zien op welke wijze wij van het gezag van de Schrift worden
overtuigd. De Schrift mogen en moeten we zien als een venster dat uitzicht
geeft op de heerlijkheid van God zoals Hij Zich in Christus heeft geopen-baard.
In en door de Bijbel zien we als het
ware de heerlijkheid van de Drie-enige God. Wie die heerlijkheid ziet, kan en
wil geen vragen meer stellen bij het gezag van de Bijbel als het Woord van de
levende God.
Op buitengewoon krachtige wijze maakt Piper zo duidelijk hoe het zogenaamde innerlijke getuigenis van de Heilige Geest waardoor wij van het gezag van de Schrift worden overtuigd, in de praktijk functioneert. Overtuigd van de Schrift als het Woord van God wordt een christen vervolgens bevestigd in die over-tuiging door bewijsmateriaal.
Op buitengewoon krachtige wijze maakt Piper zo duidelijk hoe het zogenaamde innerlijke getuigenis van de Heilige Geest waardoor wij van het gezag van de Schrift worden overtuigd, in de praktijk functioneert. Overtuigd van de Schrift als het Woord van God wordt een christen vervolgens bevestigd in die over-tuiging door bewijsmateriaal.
Met het publiek en de doelstelling die
hem voor ogen staan, heeft Piper een uitnemend bek geschreven. Een boek waarvan
ik vertaling in het Nederlands aan een uitgever hartelijk kan aan-bevelen. Dan
vult dat echt een lacune op die er nu is.
John Piper, A Peculiar Glory. How the Christian
Scriptures reveal their complete truthfulness (Wheaton: Crossway Books,
2016), paperback 302 pp., prijs $24,99 (ISBN 978-1-4335-5263-2).