Uitgeverij Zondervan deed een serie met de naam ‘The 5 Solas
series: What the Reformers Taught… and Why It Still Mattters’ het licht zien. In
deze serie is het deeltje over de boodschap van de rechtvaardiging van de hand
van Thomas Schreiner. Schreiner is een bekwaam nieuwtestamenticus.
De keuze om een nieuwtestamenticus dit deeltje te laten ver-zorgen, is prijzenswaardig. Immers, wie zich afvraagt of de boodschap van de Reformatie met betrekking tot de recht-vaardiging wel de toetssteen van de nieuwtestamentische gegevens kan doorstaan of die nog altijd relevant is, kan niet om het zogenaamde nieuwe perspectief om Paulus heen.
De keuze om een nieuwtestamenticus dit deeltje te laten ver-zorgen, is prijzenswaardig. Immers, wie zich afvraagt of de boodschap van de Reformatie met betrekking tot de recht-vaardiging wel de toetssteen van de nieuwtestamentische gegevens kan doorstaan of die nog altijd relevant is, kan niet om het zogenaamde nieuwe perspectief om Paulus heen.
De
keuze van Schreiner is ook daarom gelukkig, omdat hij, hoewel van professie een
nieuwtestamenticus, ook goed thuis is in de geschiedenis van de theologie. Dat
kan helaas van menig nieuwtestamenticus niet worden gezegd. Dat heeft als
gevolg dat nieuwtestamentici wel eens ten onrechte inzichten op hun vakgebied
als volstrekt nieuw zien zonder dat dit het geval is.
Faith
Alone: The Doctrine of Justification bestaat uit drie delen. Schreiner
begint met een historisch overzicht. Vervolgens geeft hij een bijbelse en
theologische onderbouwing van de recht-vaardiging door het geloof. Ten slotte
gaat hij in op eigentijdse uitdagingen waarvoor deze boodschap ons stelt. Schreiner
constateert dat de Vroege Kerk niet met die helderheid de rechtvaardiging door
het geloof beleed als later de Reformatie dat zou doen.
Tegelijkertijd
laat hij aansluitend bij inzichten van Thomas Oden, een grootkenner van de
Vroege Kerk, zien dat ook in deze periode van de kerkgeschiedenis zicht was op het
feit dat de zaligheid niet gebaseerd is op onze werken hoezeer zij ook behoren
bij het ware christen zijn. Uiteraard passeert in dit kader de uitspraak in de
Brief aan Diognetus over de wonder-lijke ruil de revue.
Ten
aanzien van Luther laat Schreiner zien dat zijn boodschap van rechtvaardiging
door het geloof onlosmakelijk verbonden is met zijn zicht op de heiligheid van
God en de verlorenheid van de mens. Zeker de latere Luther onderscheidt
nadrukkelijk de toegerekende gerechtigheid van de innerlijke gerechtigheid.
De fundamentele overeenstemming tussen Luther en Calvijn met betrekking tot de rechtvaardiging is, zo stelt Schreiner terecht, veel opvallender dan detailverschillen in uitwerking. Wezenlijk is voor Calvijn dat niet het geloof zelf de grond is van de rechtvaardiging. Een christen roemt niet in zijn geloof maar in Christus.
De fundamentele overeenstemming tussen Luther en Calvijn met betrekking tot de rechtvaardiging is, zo stelt Schreiner terecht, veel opvallender dan detailverschillen in uitwerking. Wezenlijk is voor Calvijn dat niet het geloof zelf de grond is van de rechtvaardiging. Een christen roemt niet in zijn geloof maar in Christus.
Als
wij de Bijbel als uiteindelijke toetssteen van ons geloof aanvaarden, is voor
ons de bijbelse basis van de boodschap van de rechtvaardiging het belangrijkst.
Schreiner toont met meerdere argumenten aan dat het niet juist is aan de werken
van de wet een beperkte betekenis toe te kennen.
Werken kunnen ons niet rechtvaardigen vanwege onze zonde en ongehoorzaamheid. Dat geloof in de Heere Jezus Christus tot de meeste wezenlijke noties van het Nieuwe Testament behoort, behoeft geen enkel betoog. Paulus legt heel expliciet een link tussen rechtvaardiging en geloof. Schreiner bestrijdt dat de rechtvaardiging niet tot de kern van de boodschap van Paulus kan worden gerekend.
Werken kunnen ons niet rechtvaardigen vanwege onze zonde en ongehoorzaamheid. Dat geloof in de Heere Jezus Christus tot de meeste wezenlijke noties van het Nieuwe Testament behoort, behoeft geen enkel betoog. Paulus legt heel expliciet een link tussen rechtvaardiging en geloof. Schreiner bestrijdt dat de rechtvaardiging niet tot de kern van de boodschap van Paulus kan worden gerekend.
Voor mijzelf
was de grootste winst van het lezen van zijn boekje over de rechtvaardiging
door het geloof dat Schreiner er de aandacht voor vraagt dat Gods heilbrengende
gerechtigheid de vervulling is van Gods verbond maar daarom nog niet als
verbondstrouw moet worden gedefinieerd.
Daarmee wordt ten onrechte gerechtigheid uitsluitend in termen van zaligheid omschreven, terwijl de diepste notie van gerechtigheid overeenstemming met een norm is. Die norm is niet uitsluitend Gods verbond. Daarom heeft gerechtigheid ook een eisende zijde.
Daarmee wordt ten onrechte gerechtigheid uitsluitend in termen van zaligheid omschreven, terwijl de diepste notie van gerechtigheid overeenstemming met een norm is. Die norm is niet uitsluitend Gods verbond. Daarom heeft gerechtigheid ook een eisende zijde.
Schreiner bestrijdt dat rechtvaardiging
bij Paulus transformatie betekent. Het beroep op Rom. 6:7 acht hij niet
steekhoudend. In het licht van het geheel van het spraakgebruik van Paulus
kunnen we rechtvaardigen ook in Romeinen 6:7 forensisch opvatten. De
forensische uitspraak is de basis van de trans-formatie.
Al
wordt het niet met zoveel woorden door Paulus gezegd dat de meest natuurlijke
wijze om bijvoorbeeld 2 Korinthe 5:21 te verstaan is dat Christus’
gerechtigheid ons wordt toegerekend. Terecht geeft Schreiner aan dat Paulus
nergens aan het geloof los van de persoon en het werk van Christus een
zelfstandige betekenis geeft. De betekenis van het geloof ligt daarin dat het
ons met Christus verenigt. Vereniging met Christus en recht-vaardiging als
vrijspraak horen dan ook bij elkaar.
In het
laatste deel van Faith Alone gaat Schreiner onder andere op het nieuwe
perspectief in. Merkwaardig is dat hij dan wel N.T. Wright ter sprake brengt,
maar niet J.D.G. Dunn. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat Wright
gezien zijn nadrukkelijke verdediging van de historische realiteit van de
opstanding veel dichter bij hem staat dan Dunn die hier een wel heel diffuus
geluid laat horen.
Uitdrukkelijk spreekt Schreiner zijn dank uit voor meerdere facetten van de academische arbeid van Wright. Hij betreurt echter dat Wright niet wil weten van de notie van de toereke-ning van Christus’ gerechtigheid.
Uitdrukkelijk spreekt Schreiner zijn dank uit voor meerdere facetten van de academische arbeid van Wright. Hij betreurt echter dat Wright niet wil weten van de notie van de toereke-ning van Christus’ gerechtigheid.
Hij wijst erop dat deze zaak niet slechts
een academische maar ook een pastorale kant heeft. Als rechtvaardiging
uitslui-tend betekent dat wij behoren bij de nieuwtestamentische ver-bondsgemeente
dan ligt het houvast van mijn uiteindelijke zaligheid niet alleen buiten mij in
Christus maar ook in mij en in mijn volharding.
Ik kan
hiermee volledig instemmen. Ik zou hier nog aan toe willen voegen dat Wright
zozeer de kosmische dimensie van het christelijke geloof benadrukt dat de zaak
van de persoon-lijke zaligheid hoe dan ook meer naar de achtergrond verdwijnt.
Al met al heeft Schreiner niet alleen een bijzonder waardevolle maar ook zeer
toegankelijke studie geschreven.
Thomas Schreiner, Faith Alone: The Doctrine of
Justi-fication (Grand Rapids: Zondervan, 2015), 288 pp., $19,99 (ISBN
9780310515784)