Een verkorte versie van deze bijdrage
verscheen op de opiniepagina van het Reformatorisch Dagblad
Er zijn al verschillende
reacties geweest op het besluit van de synode van de CGK aan te sturen op de
vorming van een brede orthodoxe uni-versiteit. Een besluit dat verband houdt
met het feit dat de Theologische Universiteit te Apeldoorn te klein van omvang
is om op langere termijn aan de eisen van de overheid voor academische
erkenning te voldoen. Dit is een gegeven dat inderdaad niet kan worden
ontkend. Bij de vor-ming van een brede orthodoxe universiteit wordt gekeken
in de richting van de GKV en NGK. De NGK werken al jaren lang samen met de TUA.
In een nieuwe constellatie zullen zij wellicht naar buiten toe meer het beeld
gaan bepalen dan nu het geval is. Uiteraard zal de nieuw uni-versiteit mede de
kleur van de GKV hebben.
Een theologische universiteit
uitgaande van de GKV, NGK en CGK zal inderdaad een brede orthodoxe universiteit
zijn. Men zal de Drie-eenheid, de menswording van Jezus Christus belijden en
de realiteit van Zijn opstanding uit de doden belijden. Echter, gezien de
ontwikkelingen in de GKV, NGK en een niet onbelangrijk deel van de CGK moeten
we er niet vanuit gaan dat de te vormen opleiding een klassiek gereformeerd
karakter zal hebben. Ik begin met de Bijbel als de enige bron en norm van ons
geloof en handelen. De NGK hebben al enige jaren geleden alle ambten voor de
vrouw opengesteld, terwijl alles er op wijst dat de GKV daarin zullen volgen.
Steeds breder klinken stemmen dat homoseksuele relaties op zijn minst als
noodoplossing aanvaardbaar zijn. De stemmen klinken ook in een deel van de CGK.
Gerichtheid op de wereld in
plaats van vreemdelingschap en pelgrim-schap zijn helaas typerend voor
inmiddels het overgrote deel van de kerken voortgekomen uit Afscheiding en
Doleantie. Rechtvaardiging door geloof en verzoening met God als persoonlijke
doorleefde werkelijkheden ontbreken veelal. Dat men in de kerk en toch niet
van de kerk kan zijn en dat zelfonderzoek nodig is of men wel in het geloof
zijn in menige gemeente nooit gehoorde klanken. Voor alle duidelijkheid geef
ik maar eerlijk aan dat ik aanzetten tot deze ontwikkelingen ook in de
Hersteld Hervormde Kerk en Gereformeerde Gemeenten. Er is geen reden tot
kerkelijke zelfgenoegzaamheid.
De vraag is welke ruimte er
voor een klassiek gereformeerd geluid zal zijn. Dan moet niet alleen aan de
geloofsleer maar ook aan de herme-neutiek en de homiletiek worden gedacht. Dr.
Wilschut heeft in zijn ver-antwoording om de GKV te verlaten gesproken over
de leegheid en banaliteit van kerkdiensten in eigen kring. Daar komt bij
dat neo-calvinisten die op drift raken, veelal heel weinig tolerantie hebben
ten opzichte van hen de vernieuwingsdrift niet meemaken. Dat placht in
hervormde kring anders te zijn. als voorbeeld noem ik dat de ethische
kerkenraad van Beesd na het overlijden van Pietje Baltus die slechts zo nu en
dan de kerkdiensten bezocht, een rouwadvertentie plaatste waarin het overlijden
van Pietje Baltus in haar Heere (geschreven zoals Pietje dat wenste) en
Heiland werd vermeld.
De HHK heeft in 2005 gekozen
voor de VU. Ik weet dat deze oplossing ook haar pijnpunten kent. Voor mij is
één van de zwaarste dat ter wille van de aanwezigheid van opleidingen van
andere religies bij meerdere publieke momenten de naam van de Heere
Jezus Christus niet wordt genoemd. Toch kan ook ik van en constructieve
samenwerking spreken. Dat geldt op academisch niveau maar ook omdat
principiële verschillen in zicht op de boodschap van het christelijke geloof
niet versluierend benoemd behoeven te worden.
Zal een brede orthodoxe
universiteit ruimte bieden aan docenten voor wie aanvaarding van de vrouw in
het ambt, het niet erkennen van de zondeval als historisch feit, het niet
functioneren van aandacht voor wedergeboorte als vrijmachtig werk van Gods
Geest en voor de kenmerken van het geestelijke leven, bij alles wat er verder
gemeen-schappelijk is, toch een principiële kloof inhoudt?! Dr. Wilschut heeft
in zijn verantwoording over zijn verlaten van de GKV aangegeven dat binnen de
GKV geen wijkplaats voor klassiek gereformeerd kerkelijk leven en prediking.
Zal die wijkplaats er wel zijn voor de gereformeerde theologie binnen een
nieuwe te vormen breed orthodoxe universiteit?
De uiteindelijke betekenis
van een theologische opleiding ligt daarin dat aan de kerk bekwame en getrouwe
dienaren van het Woord worden geschonken. Eisen van de overheid moeten daaraan
onderschikt zijn. Blijkt het niet mogelijk die twee te combineren, dan zal de
kerk los van de overheid en het door haar erkende onderwijs haar eigen weg
moeten gaan en dat omdat de kerk aan Christus toebehoort en Hij alleen haar
Koning is. Gezien de ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving moeten wij
onze ogen niet voor die mogelijkheid sluiten. Laten wij in de kerken en op de
scholen het ons toevertrouwde pand van het evangelie van Gods genade vurig liefhebben
en standvastig verdedigen. Laat wetenschap met godvrucht zijn vermengen en
laten wij persoonlijk en kerkelijk beseffen dat wij alleen machtig zijn als wij
zwak zijn.