vrijdag 8 november 2013

Een brede orthodoxe universiteit

Een verkorte versie van deze bijdrage verscheen op de opiniepagina van het Reformatorisch Dagblad
 
Er zijn al verschillende reacties geweest op het besluit van de synode van de CGK aan te sturen op de vorming van een brede orthodoxe uni-versiteit. Een besluit dat verband houdt met het feit dat de Theologische Universiteit te Apeldoorn te klein van omvang is om op langere ter­­mijn aan de eisen van de overheid voor academische erkenning te voldoen. Dit is een ge­geven dat inderdaad niet kan worden ontkend. Bij de vor-ming van een brede orthodoxe uni­ver­siteit wordt gekeken in de richting van de GKV en NGK. De NGK werken al jaren lang samen met de TUA. In een nieuwe constellatie zullen zij wellicht naar buiten toe meer het beeld gaan bepalen dan nu het geval is. Uiteraard zal de nieuw uni-versiteit mede de kleur van de GKV hebben.
Een theologische universiteit uitgaande van de GKV, NGK en CGK zal inderdaad een brede orthodoxe universiteit zijn. Men zal de Drie-eenheid, de menswording van Jezus Christus be­lijden en de realiteit van Zijn opstanding uit de doden belijden. Echter, gezien de ontwikke­lin­gen in de GKV, NGK en een niet onbelangrijk deel van de CGK moeten we er niet vanuit gaan dat de te vormen opleiding een klassiek gereformeerd karakter zal hebben. Ik begin met de Bijbel als de enige bron en norm van ons geloof en handelen. De NGK hebben al enige jaren geleden alle ambten voor de vrouw opengesteld, terwijl alles er op wijst dat de GKV daarin zullen volgen. Steeds breder klinken stemmen dat homoseksuele relaties op zijn minst als noodoplossing aanvaardbaar zijn. De stemmen klinken ook in een deel van de CGK.
Gerichtheid op de wereld in plaats van vreemdelingschap en pelgrim-schap zijn helaas type­rend voor inmiddels het overgrote deel van de kerken voortgekomen uit Afscheiding en Dolean­­tie. Rechtvaardiging door geloof en verzoening met God als persoonlijke doorleefde werke­lijkheden ontbreken veelal. Dat men in de kerk en toch niet van de kerk kan zijn en dat zelfonderzoek nodig is of men wel in het geloof zijn in menige gemeente nooit gehoorde klan­ken. Voor alle duidelijkheid geef ik maar eerlijk aan dat ik aanzetten tot deze ontwikke­lingen ook in de Hersteld Hervormde Kerk en Gereformeerde Gemeenten. Er is geen reden tot kerkelijke zelfgenoegzaamheid.
De vraag is welke ruimte er voor een klassiek gereformeerd geluid zal zijn. Dan moet niet alleen aan de geloofsleer maar ook aan de herme-neutiek en de homiletiek worden gedacht. Dr. Wilschut heeft in zijn ver-antwoording om de GKV te verlaten gesproken over de leegheid en banaliteit van kerkdiensten in eigen kring. Daar komt bij dat neo-calvinisten die op drift raken, veelal heel weinig tolerantie hebben ten opzichte van hen de vernieuwingsdrift niet meemaken. Dat placht in hervormde kring anders te zijn. als voorbeeld noem ik dat de ethische kerkenraad van Beesd na het overlijden van Pietje Baltus die slechts zo nu en dan de kerkdiensten bezocht, een rouwadvertentie plaatste waarin het overlijden van Pietje Baltus in haar Heere (ge­schre­ven zoals Pietje dat wenste) en Heiland werd vermeld.
De HHK heeft in 2005 gekozen voor de VU. Ik weet dat deze oplossing ook haar pijnpunten kent. Voor mij is één van de zwaarste dat ter wille van de aanwezigheid van opleidingen van andere religies  bij meerdere publieke momenten de naam van de Heere Jezus Christus niet wordt ge­noemd. Toch kan ook ik van en constructieve samenwerking spreken. Dat geldt op acade­misch niveau maar ook omdat principiële verschillen in zicht op de bood­schap van het chris­telijke geloof niet versluierend benoemd behoeven te worden.
Zal een brede orthodoxe univer­siteit ruimte bieden aan docenten voor wie aanvaarding van de vrouw in het ambt, het niet erkennen van de zondeval als historisch feit, het niet functioneren van aandacht voor weder­geboorte als vrijmachtig werk van Gods Geest en voor de kenmerken van het gees­telijke leven, bij alles wat er verder gemeen-schappelijk is, toch een principiële kloof inhoudt?! Dr. Wilschut heeft in zijn verantwoording over zijn verlaten van de GKV aangegeven dat binnen de GKV geen wijkplaats voor klassiek gereformeerd kerkelijk leven en prediking. Zal die wijkplaats er wel zijn voor de gereformeerde theologie binnen een nieuwe te vormen breed orthodoxe universiteit?
De uiteindelijke betekenis van een theologische opleiding ligt daarin dat aan de kerk bekwa­me en getrouwe dienaren van het Woord worden geschonken. Eisen van de overheid moeten daaraan onderschikt zijn. Blijkt het niet mogelijk die twee te combineren, dan zal de kerk los van de overheid en het door haar erkende onderwijs haar eigen weg moeten gaan en dat omdat de kerk aan Christus toebehoort en Hij alleen haar Koning is. Gezien de ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving moeten wij onze ogen niet voor die mogelijkheid sluiten. Laten wij in de kerken en op de scholen het ons toevertrouwde pand van het evangelie van Gods genade vurig liefhebben en standvastig verdedigen. Laat wetenschap met godvrucht zijn vermengen en laten wij persoonlijk en kerkelijk beseffen dat wij alleen machtig zijn als wij zwak zijn.