De
overdenking van het toekomende leven
Een
ware christen kan zonder bevreesd te zijn en zonder mismoedig te worden aan de
dag van zijn dood denken. Hij mag genieten van aardse zegeningen, maar moet dat
altijd met mate doen. Zoals hij ook met mate verdrietig mag zijn als hem aardse
zegeningen ontvallen of onthouden worden. Volkomen genieten doet een christen
van God en van de zaligheid. Dat volkomen genieten is hier maar in beginsel. De
volle blijdschap vangt aan bij de wederkomst van Christus. Om die komst behoren
wij vurig te bidden. Wanneer ik het zo verwoord, gebruik ik gedachten en
uit-drukkingen van Calvijn.
Het
negende hoofdstuk van boek III van de Institutie van Calvijn is gewijd aan de
overdenking van het toekomende leven. Ik geef een paar citaten uit dit
hoofdstuk door. ‘Immers tussen deze twee is geen middenweg: of de aarde moet
ons waardeloos worden, of zij moet ons in ongebreidelde liefde tot zich
vasthouden: Daarom, indien wij enige zorg voor de eeuwigheid hebben, moeten
wij ons naarstig hierop toeleggen, dat wij ons uit die slechte boeien losmaken.’
‘Want
de Heere heeft het zo beschikt, dat zij, die eens gekroond moeten worden in de
hemel, eerst op aarde de strijd moeten aangaan, opdat zij niet triomferen, dan
nadat ze de moeilijkheden van de oorlog te boven gekomen zijn en de
overwinning behaald hebben. Vervolgens is er nog een andere reden, namelijk
deze, dat wij in dit leven door verschillende weldaden de liefelijkheid van
Gods goedertierenheid beginnen te smaken, opdat daardoor onze hoop en ons
verlangen gescherpt worden om de volkomen openbaring daarvan te begeren.
Wanneer dit vastgesteld is, dat het een geschenk is van Gods goedertierenheid,
dat we op aarde leven, en dat wij daardoor niet alleen verplichtingen aan Hem
hebben, maar Hem ook erkentelijk en dankbaar dienen te zijn, dan zal het moment
aangebroken zijn dat wij gaan nadenken over de hoogst ellendige staat van dit leven.
Dan pas realiseren wij ons namelijk de al te sterke begeerte naar het leven,
waartoe wij, zoals gezegd is, van onszelf van nature geneigd zijn.’
Als
wij onze Doop leren verstaan, gaan wij deze dingen be-trachten. Ik citeer uit
het gebed vóór de bediening van de Heilige Doop uit het klassieke
doopsformulier: ‘Wij bidden U, bij Uw grondeloze barmhartigheid, dat Gij dit
kind genadiglijk wilt aanzien, en door Uw Heilige Geest Uw Zoon Jezus Christus
inlijven; opdat het met Hem in Zijn dood begraven worde, en met Hem moge
opstaan in een nieuw leven; opdat het zijn kruis, Hem dagelijks navolgende,
vrolijk dragen moge, Hem aanhangende met waarachtig geloof, vaste hoop en
vurige liefde; opdat het dit leven (hetwelk toch niet anders is dan een
gestadige dood) om Uwentwil getroost verlate, en ten laatsten dage voor den
rechterstoel van Christus, Uw Zoon, zonder verschrikken moge verschijnen,
door Hem, onzen Heere Jezus Christus, Uw Zoon, Die met U en den Heiligen Geest,
één enig God, leeft en regeert in eeuwigheid.’
Advies
Ik
ga afronden. Lees elke dag je Bijbel en dan in de wetenschap dat de Bijbel de
stem is van de levende God. Om de Bijbel beter te verstaan mag je allerlei
hulpmiddelen gebruiken. Echter, als theoloog weet ik dat er het gevaar kan
zijn, dat wij de Bijbel alleen lezen tot intellectuele bevrediging. De Bijbel
moet gelezen worden als reisgids voor de reis door de tijd naar de eeuwigheid. In
de Bijbel maakt God ons bekend opdat wij Hem leren kennen in Zijn volmaakte
heiligheid, onszelf in onze verlorenheid en Jezus Christus in Zijn
dierbaarheid. Nu zinspeel ik op het antwoord dat Abraham Hellenbroek in zijn
vragenboekje geeft op de vraag wat de inwendige roeping inhoudt.
Als
het gaat om hulpmiddelen om de Schrift beter te verstaan, denk ik niet alleen
aan Bijbelcommentaren, maar ook aan de werken van de reformatoren, de puriteinen,
de mannen van de Nadere Reformatie en hun geestelijke nazaten en niet te
vergeten aan de werken van Augustinus. Wie werken van christenen van een vorige
generatie leest, zal eerder oog krijgen voor het betrekkelijke van tal van
eigentijdse vragen. Hij komt ook via deze werken in contact met de triomferende
kerk. Zo krijgen ook de geloofsartikelen van de gemeenschap der heiligen een
bijzondere dimensie.
Zoek
ook contact met kinderen van God. Dan denk ik niet alleen aan leeftijdgenoten,
maar ook aan kinderen van God die meer levenservaring hebben dan jullie. De
eeuwen door heeft de Heere contacten met Zijn kinderen willen gebruiken om
mensen tot Hem en Zijn dienst te leiden en daarbij te bewaren. De grote
gere-formeerde theoloog Herman Bavinck heeft het belang en de waarde van
contacten met eenvoudige kinderen van God mogen zien als één van de middelen
die God zegende om hem bij het klassieke christelijke geloof te bewaren. Het
was hem een wonder dat hij het geloof – ook in de zin van de geloofsinhoud –
had mogen behouden. Dat had de Heere gedaan, maar Zijn kinderen had Hij daar
mede voor gebruikt.
Terugkomend
op het lezen van de Bijbel: Lees de Bijbel biddend. Het gebed is het machtigste
wapen van een christen. Besef ook dat de echte bezwaren tegen het christelijke
geloof en zeker tegen het klassieke christelijke geloof geen intellectuele, maar
religieuze en morele bezwaren zijn. Dat heeft Pascal feilloos aangevoeld.
Daarvan geeft hij blijk in het na zijn dood door zijn familie gepubliceerde
werk Pensées de M. Pascal sur la religion
et sur quelques autres sujets of wel kortweg Pensées (Gedachten).
Het werk is een bundeling van fragmenten. Pascal wilde een apologie van het
christelijke geloof schrijven, waarbij hij in het bijzonder mensen die
dachten als zijn libertijnse vrienden, voor ogen had. Mensen die zich afvroegen
of het christelijk geloof wel redelijk houdbaar was, zonder dat het voor hen
een existentiële vraag was en dat juist omdat hun levenswandel bepaald niet
spoorde met het christelijke geloof.
Ik
geef een citaat: ‘Ze halen zich in het hoofd dat die (namelijk de christelijke
godsdienst; P.d.V.) eenvoudigweg bestaat in het aan-bidden van een God, Die
gezien wordt als groot, machtig en eeuwig; en dat is nu juist het deïsme, dat
bijna even ver van de christelijke religie afstaat als het atheïsme, haar
absolute tegendeel. En daaruit concluderen zij dat deze religie niet op
waarheid berust, omdat ze niet zien dat alle dingen ertoe bijdragen dit punt te
bevestigen: dat God Zich niet zo duidelijk aan de mensen openbaart als Hij zou
kunnen. Maar ze mogen daaruit concluderen wat ze willen ten nadele van het
deïsme, ze zullen tot geen enkele conclusie komen ten nadele van de
christelijke religie, die strikt genomen bestaat in het mysterie van de
Verlosser Die de beide naturen in Zich verenigt, de menselijke en de goddelijke
en daardoor mensen uit de verdorvenheid van hun zonden heeft gehaald om ze in
Zijn goddelijke persoon met God te verzoenen.’
Pascal
gaat hier in op het verwijt dat als God bestaat, Hij Zich niet erg duidelijk
openbaart. Er is te weinig bewijs voor Zijn bestaan, zo wordt gezegd. Het
antwoord van Pascal is dat men op de foute wijze God zoekt. Men moet beginnen
bij eigen verlorenheid en zich dan afvragen hoe verlossing mogelijk is.
Verlossing
is er door verzoening op grond van het offer van Christus. Wie daarin mag
delen, gaat zichzelf verloochenen en zo wordt God ervaren. ‘Maar deze
godsdienst (namelijk de ware christelijke godsdienst, P.d.V.) heeft zich altijd
zonder zich te plooien gehandhaafd. Dat is goddelijk. Deze godsdienst, die
bestaat in het geloof dat de mens van een toestand van zaligheid en gemeenschap
met God vervallen is tot een toestand van ellende, boetedoening en vervreemding
van God, maar dat wij na dit leven door een Messias Die zou komen, hersteld
zullen worden: deze heeft altijd op aarde bestaan. (…) Talloze keren stond hij
op het punt volledig vernietigd te worden en telkens als hij in die toestand
verkeerde, heeft God hem door bovennormale blijken van Zijn almacht weer op de
been geholpen. (…) De enige godsdienst die tegen de natuur, tegen het gezond
verstand en tegen onze lusten ingaat, is de enige die altijd heeft bestaan.’ Mogen
wij zo door genade het christelijk geloof zo belijden en praktiseren.