woensdag 9 oktober 2013

De eenheid van de kerk 3

Waarom het initiatief van de nationale synode brede ingang vindt
Of het initiatief van een nationale synode op het grondvlak bij vele christenen leeft, weet ik niet zo. Wel is duidelijk dat het initiatief ingang vindt in allerlei kerken en groepen. Dat geldt voor hier en daar voor gematigd vrijzinnigen, maar vooral voor de breed-orthodoxe stroom van kerkelijk Nederland. Daarmee bedoel ik een houding die zich niet volledig aan een belijdenis, of die nu gereformeerd, luthers of baptistisch is, gebonden weet, maar vasthoudt aan de Drie-eenheid, aan Jezus Christus als Verlosser en aan de heilsbetekenis van Zijn werk.
Wat het laatste betreft, pleegt de invulling nogal vaag te zijn. Er wordt gezegd dat God een relatie met mensen wil hebben. Dat Hij daarvoor zijn Zoon gaf. Dat een mens in Gods ogen een parel is enz. Heel veel nadruk valt vervolgens op de taak die een christen heeft in de wereld. Im­mers de wereld is van God en God zal de wereld eenmaal volkomen verlossen
Voor radicaal vrijzinnigen en mensen die zich weten aangespro-ken door de beweging van predikanten die zich verenigd hebben in Op Goed gerucht is dit geluid nog te orthodox. Ech­ter, wie zich thuis voelt bij de belijdenis van de Kerk der eeuwen, of die nu op haar gerefor­meerde, lutherse, anglicaanse of baptistische wijze gestalte krijgt, mist hier zeer wezenlijke zaken.
Dan begin ik maar bij het feit dat een mens door de zondeval van God vervreemd is en dat ieder mens, hij of zij, die in een christelijk gezin geboren is en daarop geen uitzon­dering vormt, vanaf zijn ontvangenis onder Gods toorn ligt en het rijk van God niet zal binnengaan, tenzij hij opnieuw geboren is.
De achtergrond van het blijde nieuws dat God het verlorene zoekt, is dat Gods toorn van de hemel over de zonde en ongerechtigheid van de mens wordt geopenbaard. Heel de wereld ligt onder Gods oordeel. Op Golgotha is de hitte van Gods gramschap door Christus geblust. Persoonlijk krijgen wij deel aan de zaligheid door geloof dat een gave is van God.
Onlosmakelijk aan het geloof is bekering verbonden. Bekering betekent dat niet langer onze wil, maar Gods wil norm van ons leven wordt. Concreet is deze wil van God in de Tien Geboden geopenbaard. Het onderwijs dat Jezus in de Bergrede gaf en de apostolische vermaningen zijn feitelijk niet an­ders dan een concretisering van Gods geboden, waarbij in het bijzonder het geestelijke karakter ervan duidelijk wordt gemaakt.
Deze klassieke geluiden worden helaas in een groot deel van de christelijke kerk van Nederland niet meer gehoord. Op vage wijze wordt gesproken over Gods liefde, geopenbaard in Christus, waarbij het wegdragen van Gods toorn vaak nog niet wordt ontkend, maar niet tot nauwelijks wordt genoemd. Genade wordt heel algemeen ingevuld. Christelijke vrijheid wordt niet gezien als bevrijding van Gods toorn en van de macht van de zonde en tenslotte van mense­lijke tradities, maar als vrijheid om zelf te bepalen wat christelijke levensstijl inhoudt. Tegen zo’n invulling van de christelijke vrijheid heeft niet alleen Jacobus, maar ook Paulus in zijn brie­ven gewaarschuwd.
Dit geestelijke klimaat stempelt niet alleen de brede midden-stroom in de PKN, een kerk als de Nederlands Gereformeerde Kerken en de meeste evangelische gemeenten, maar ook het overgrote deel van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt en een niet onbelangrijk deel van de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Bond in de PKN. Ook binnen de Gerefor-meerde Gemeenten bemerk je dat er mensen zijn die zich kennelijk door dit ge­dachtegoed weten aangesproken en ik zou niet durven zeggen dat dit voor de Hersteld Her­vormde Kerk niet geldt. Het is de lucht die wij bij wijze van spreken alom in kerkelijk Neder­land inademen.
De totstandkoming van de PKN is niet in de laatste plaats toe te schrijven aan de ingang van dit gedachtegoed binnen de Gereformeerde Bond. Voorstemmen van ver­tegen­woordigers van de Gereformeerde Bond gaven de doorslag bij de cruciale stemming. Enthousiast zei ook menig lid van de Gereformeerde Bond dat met de vorming van de PKN bijeengebracht was, wat bijeen hoort. Over wat bijeen hoort, gaan dan de wegen wezenlijk uit­een.
De synode Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt en de landelijke vergadering van de Nederlandse Gereformeerde Kerken hebben unaniem besloten een afvaardiging naar de nationale synode te zenden. Op de vorige synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken waren er slechts enkele tegenstemmen. De vraag moet dan worden gesteld, wat op lange termijn het bestaans­recht van deze kerken buiten de PKN is. Immers de breedte van de nationale synode en van de PKN ontlopen elkaar niet veel.
We moeten ook eerlijk zeggen dat de genoemde kerken, afgezien van de vrijzinnigheid en het gedachtegoed van de stroming rond Op goed gerucht, eigenlijk even breed zijn als de PKN. Daarbij moet je van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt en de Neder-lands Gereformeerde Kerken zeggen dat een bevindelijke stroming niet aanwijsbaar is.