De kern van de leer van de rechtvaardiging
Tegenover dit verwarde gevoelen wil ik de leer van de
rechtvaardiging door het geloof en de betekenis die de bevinding daarbij
heeft, nog eens kort weergeven. Waar de Heere ons door Zijn Woord en Geest in
het hart raakt, wordt de vraag geboren: Hoe kan ik recht-vaardig verschijnen
voor God? Door de wederbarende werking van Gods Geest wordt ons verstand verlicht
in de kennis van Christus, onze wil wordt vernieuwd en onze gevoelens gereinigd.
We nemen de toevlucht tot Christus Die ons aangeboden wordt op niet. Op grond
van Zijn verdiensten verklaart God ons rechtvaardig. Zij die door het geloof
met Christus verbonden worden, ontvangen ook het onderpand van de Heilige
Geest.
De Heilige Geest
doet ons de troost en kracht van het Woord ervaren, verwekt in ons hart heimwee
naar God en droefheid naar God. We bevinden onze eigen verlorenheid en verdorvenheid.
We mogen ook bevinden dat God de waarachtige is. Deze bevinding is geen grond
van het geloof, maar wel een vrucht en bewijs ervan. Zij begeleidt het hele
leven lang het leven van het geloof. Telkens weer bedreigt de christen het
gevaar dat hij rijk wordt in zichzelf. Wij moeten steeds weer leren om met
alles wat wij van de Heere ondervinden een arme bedelaar te blijven.
Dat neemt niet weg dat de bij nood en druk wel troost
mogen putten uit vroegere bevinding/ondervinding van de trouw van God. De
psalmist zei: "'k Zal gedenken, hoe voor dezen ons de HEER' heeft gunst
bewezen." Hier op aarde wandelen Gods kinderen tot aan hun laatste
ademtocht door het geloof. Daarna mogen wij wandelen door aanschouwen. Dan is
alle strijd en aanvechting voorgoed voorbij.
Als het gaat om geloofszekerheid en geloofsstrijd is het
mogelijk het onderscheid tussen de rechtvaardiging in de vierschaar van God en
die van het geweten op een heel zinvolle manier te gebruiken. Als wij door een
waar geloof Christus worden ingelijfd, verklaart God ons voor Zijn rechterstoel
rechtvaardig. Het geloof waardoor wij Christus omhelzen, gaat nooit buiten alle
gevoel om. Dat geloof woont immers in het hart. Zo geeft het rechtvaardigend
geloof troost in (de vierschaar) van het geweten.
Die troost kan soms overweldigend groot zijn. Er kan ook
zekerheid zijn, ook al is een geen zoete ervaring van troost. Het is echter ook
mogelijk dat het heel donker is. Het is meer dan eens zeer geoefende christenen
nog op hun sterfbed overkomen dat alle hoop hen ontviel. Wij kunnen het dan zo
zeggen dat zij in hun geweten niet meer voelden dat zij weer God rechtvaardigt
waren. Wat is het dan groot te weten dat God meerder is dan ons hart, ons
gevoel en ons geweten. Een christen die eenmaal in de vierschaar van God is
vrijgesproken, is voor eeuwig vrij van Gods toorn. Dat staat of valt niet met
zijn gevoel ervan.
Hier geldt wat Paulus betuigde: ‘Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverko-renen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt. Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechter hand Gods is, Die ook voor ons bidt. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, naaktheid, of gevaar, of zwaard? (Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij zijn geacht als schapen ter slachting.) Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft. Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere’ (Rom. 8:31-39)
Hier geldt wat Paulus betuigde: ‘Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverko-renen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt. Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechter hand Gods is, Die ook voor ons bidt. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, naaktheid, of gevaar, of zwaard? (Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij zijn geacht als schapen ter slachting.) Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft. Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere’ (Rom. 8:31-39)
Tenslotte is er nog een boekje dat ik in dit verband heel
hartelijk kan aanbevelen. Het is geschreven door ds. Knight. Er verscheen een
Nederlandse vertaling en de titel luidt De rechtvaardiging van de goddeloze.
Ds. Knight was een Engelse predikant. Zelf heb ik hem eenmaal op de
Leicesterconferentie in Engeland ontmoet. Het is één van de ontmoetingen die
ik niet snel zal vergeten. Vele jaren heeft ds. Knight een baptistengemeente
in Grand Rapids in Amerika gediend. Daar kwam hij met christenen van
Nederlandse afkomst in aanraking die de hierboven geschetste gevoelens over de
rechtvaardiging in de vierschaar van het geweten huldigden. Vanuit de Schrift
en met citaten uit werken van tal van gerefor-meerde theologen zet Knight in het
genoemde boekje de bijbelse leer van de rechtvaardiging uiteen.
In het door mijzelf geschreven boek Christus Die ons
leven is wordt de leer van de rechtvaardiging niet afzonderlijk aan de orde
gesteld, maar meerdere zaken daaraan gerelateerd komen aan de orde. Wie zich
breder wil laten informeren, verwijs ik naar deze publicatie. Moge datgene wat
hier geschreven is tot bezinning en verduidelijking zijn.