Voor
christenen begint de week met de dag des Heere. Dat is eigenlijk een nog veel
betere naam voor de eerste dag van de week dan ‘zondag’. Op deze dag komen
christenen samen om het Woord van God te horen. De centrale boodschap is dat
Jezus Christus redt van de toekomende toorn. Door Hem is er toegang tot de
Vader. Wie werkelijk in Christus mag geloven, ontvangt het geloof als een gave
van de Heilige Geest. We mogen daarom zeggen dat in de samenkomsten van de
christelijke gemeente waar het Woord van God wordt gepredikt, de Drie-enige God
wordt verheerlijkt.
Een
vorige generatie werd ook doordeweeks op allerlei manieren met het christelijke
geloof geconfronteerd. Ten eerste behoorde een veel groter deel van de
bevolking toen bij de kerk. Ten tweede werd de samenleving als geheel nog sterk
door christe-lijke normen en waarden gestempeld. Een vraag die in onze tijd kan
opkomen is: Hoe moeten wij een relatie leggen tussen wat wij op zondag in de
kerk horen en het dagelijks leven? Bij het horen gaat het dan om het Evangelie
van verzoening door Christus’ bloed en vernieuwing door Zijn Geest.
Het
is heel verdrietig als wij van mening zijn dat het Evangelie eigenlijk alleen
directe betekenis heeft op zondag. Doordeweeks gaat het over andere, materiële
zaken. Wie zo leeft, leeft in twee werelden die geen relatie tot elkaar hebben.
Echter, een christen leeft in één wereld. Door Gods genade zijn zijn zonden
vergeven en is hij een pelgrim geworden op reis naar het nieuwe Jeru-zalem.
Nu
is een christen naast pelgrim ook een rentmeester. Hier op aarde hebben wij een
taak. Betekent dit dan dat wij ons buiten de zondag alleen maar op het
rentmeesterschap moeten richten? Hierin gaan de wegen van de klassieke
theologie en de niet-klassieke theologie uiteen. In niet-klassieke vormen van
theologie wordt het woord ‘rentmeesterschap’ veelal niet gebruikt.
Kenmerkend
voor alle meer liberale vormen van theologie is dat het toekomende oordeel en
de toekomende heerlijkheid onder-geschikt worden gemaakt aan de taak van een
christen hier op aarde. Ook als het oordeel niet volstrekt wordt ontkend.
Volgens
de klassieke theologie komt een mens tot zijn diepste bestemming als hij
verzoening vindt met God. Zijn leven wordt vernieuwd door Gods Geest. De insteek
van de liberale theologie is dat de diepste bestemming van mensen is dat zij
verantwoor-delijkheid nemen en dragen voor zichzelf en anderen. Hierdoor kunnen
zij een waardig leven leiden. Dit wordt dan aan het Bijbelse begrip ‘Koninkrijk
van God’ gekoppeld. Hier op aarde moeten wij tekenen van Gods koninkrijk
oprichten.
Wie het zo ziet, meent dat hij een relatie legt tussen de Bijbel en
het leven van alledag. Echter, hij zal er niet van op moeten kijken als een
niet-christen reageert: ‘Zo zie ik het ook, maar daarvoor heb ik de Bijbel en
de kerk niet nodig.’ En dan heeft hij, eerlijk gezegd, nog gelijk ook. Het
koninkrijk van God is niet van deze wereld. Door het oordeel heen, breekt het Koninkrijk
van God in alle heer-lijkheid aan. Wij kunnen dit oordeel echter alleen zonder vrees
passeren als wij in Christus geborgen zijn. Op aarde is het Koninkrijk dan ook
daar te vinden waar mensen vernieuwd zijn door het Evangelie.
De apostolische
vermaningen laten zien dat het evangelie alle levensrelaties doortrekt. Echter,
wij mogen nooit van Gods Koninkrijk spreken los van een levende relatie met
Christus. Tot Hem moeten we dagelijks vluchten. De boodschap van het kruis en
de afhankelijkheid van Gods Geest is er voor alle dagen van de week.
Waar
de christelijke kerk tot bloei komt, zal dat ook in de samen-leving zichtbaar worden.
Wat Augustinus ons leert in zijn werk ‘De
stad van God’ is dat de gerechtigheid in de samenleving niet aan de
gerechtigheid van Gods koninkrijk gelijk gesteld mag worden. Ook de klassiek
lutherse en klassiek gereformeerde theologie onderstrepen dit. Gerechtigheid op
aarde is slechts een burger-lijke gerechtigheid. Daarmee werd de grote waarde hiervan
niet ontkend. Wel wordt het afgeleide en betrekkelijke karakter ervan
onderstreept.
Laten
wij op aarde rentmeesterschap betrachten, zodat in allerlei verbanden iets van
aardse en burgerlijke gerechtigheid zichtbaar wordt. Echter, allereerst moeten
wij het Koninkrijk van God zoeken dat niet van deze wereld is. Het is ook onze
taak om anderen ertoe aansporen hierin met ons te gaan.
Voor een ware christen
staat het leven alle dagen in het teken van pelgrimschap. Hij is als een Daniël
in Babel. Net als Daniel zet hij zich in voor het welzijn van de aardse
samenleving, maar ziet hij uit naar het nieuwe Jeruzalem. Als wij geen pelgrim zijn,
zullen wij het nieuwe Jeruzalem niet binnen gaan. Als we wel een pelgrim zijn
en zo ook rentmeester, maakt dat aan de wereld duidelijk
dat het wel degelijk verschil maakt om een christen te zijn of niet.