‘De Schrift alleen is de ware meester en heer
van alle geschriften en leer op aarde. Als die niet wordt toegestemd, waar is
de Schrift dan goed voor. Hoe meer we haar verwerpen, hoe meer we tevre-den
raken over boeken van mensen en menselijke leermeesters’, aldus de hervormer
Maarten Luther. Sola Scriptura of het Woord alleen is een juiste typering van
de zienswijze van de Reformatie op de reikwijdte van het gezag van de Schrift.
Uiteindelijk
is alleen de Schrift de laatste toetssteen van ons geloof en van onze levenspraktijk.
Weliswaar stamt het gebruik van sola scriptura als adagium pas uit de
negentiende eeuw, maar daarmee mag het belang van deze typering niet worden
ge-relativeerd. In de geschriften van de Reformatoren vinden we het woord
‘alleen’ tal van keren in combinatie met de Schrift.
In de
5 Solas Series van uitgeverij Zondervan schreef Matthew Barrett, docent systematische
theologie en kerkgeschiedenis aan Oak Hill Theological College te Londen, het
deel over het gezag van de Schrift. Hij laat het blijvende belang van de boodschap
van de Reformatie ten aanzien van de Schrift zien.
Albert
Mohler, president van Southern Baptist Theological Semi-nary, schreef een heel
mooi woord vooraf waarin de relevantie van deze studie krachtig wordt verwoord.
We hebben alleen een weerwoord op het rationalisme van het modernisme en het
her-meneutisch nihilisme van het postmodernisme, als wij terugkeren naar de
leer van de Schrift alleen in de diepe overtuiging dat de Schrift een vaste en
welomschreven inhoud heeft die wij in principe kunnen kennen.
Terwijl
Rome stelt dat naast de Schrift in principe ook de kerk geleid door de paus,
als de plaatsvervanger van Christus op aarde onfeilbaar is, heeft de Reformatie
betuigd dat ook kerkelijke leiders en zelfs concilies zich kunnen vergissen. Alleen
de Schrift is onfeilbaar.
Als de
Reformatie stelt dat alleen de Schrift de laatste norm is voor geloof en
levenspraktijk, wordt daarmee niet bedoeld dat het gezag van de Schrift slechts
tot die twee terreinen is beperkt. Dat is een reductie die vanuit de
Verlichting in deze woorden van de Refor-matoren is ingelezen. Het gezag van de
Schrift betreft alles waarover de Schrift spreekt. De focus van de Schrift is
echter wel dat wij God leren kennen en verheerlijken. Vandaar het spreken over
geloof en levenspraktijk.
Dat de
Schrift de laatste en uiteindelijke norm is, betekent niet dat zij de enige
norm is. Het sola scriptura van de Reformatie mogen wij niet als nuda scriptura
invullen. Wij lezen de Bijbel met de Kerk van alle eeuwen. Bij nuda scriptura
neemt het individu de plaats in van de Kerk der eeuwen met haar belijdenissen.
De
Reformatie heeft de wijsheid en inzichten van de kerkgeschie-denis niet willen
negeren en heeft heel nadrukkelijk haar instem-ming met het vroegchristelijke
credo betuigd. Echter, inzichten uit de kerkgeschiedenis hebben alleen waarde
als zij de toets van de Schrift kunnen doorstaan.
Wie zo
over de Schrift als toets spreekt, kan niet mee met de postmoderne benadering
die de Schrift een vaste inhoud ontzegd. Voor de Reformatoren was de Schrift bron
en norm van Gods-kennis. Het is een anachronisme, maar dit betekent dat de
Refor-matoren een vorm van funderingsdenken aanhingen. Het feit dat zij zozeer
waarde hechten aan het lezen van de Schrift met de Kerk der eeuwen is een aanwijzing
dat het om een gematigde vorm van funderingsdenken gaat.
Evangelicals
(en gereformeerde theologen; PdV) die alle funde-ringsdenken van de hand
wijzen, hebben gecapituleerd voor het postmodernisme. Uiteindelijk krijgt de
lezer een zelfstandige plaats bij het bepalen van de betekenis van de Schrift. Deze
plaats wordt dan gelegitimeerd met een beroep op de Heilige Geest.
Voorbeelden
van deze benadering zijn Stanley J.Grenz en John R. Francke. Dan wijs ik op hun
publicatie Beyond Foundatio-nalism: Shaping Theology in a Postmodern Context.
Ik denk ook aan de bekende theoloog Stanley Hauerwas. Deze stelt dat de gedachte dat men de Schrift binnen haar eigen
kaders (‘on its own terms) kan uitleggen pure nonsense is.
In de
visie van deze theologen werkt en spreekt de Geest door de Schrift als middel,
maar is er geen objectieve betekenis. Het bete-kent concreet dat men
bijvoorbeeld als het gaat over zaken als de vrouw in het ambt, homoseksuele
relaties of de realiteit van de eeuwige rampzaligheid, niet kan stellen dat men
vanuit de Schrift een vast standpunt kan innemen. Men zal eindigen met de
con-statering dat men, hoewel samen in geloof de Schriften leest, men tot
verschillende zienswijzen komt.
Echter,
wie de vrouw in het ambt en/of homoseksuele relaties aanvaardt en de realiteit
van de eeuwige rampzaligheid ter dis-cussie stelt, heeft buiten de Schrift nog
andere normen. Men gaat er dan vanuit dat de Schrift altijd gelezen moet worden
in relatie tot de eigen plaats die de lezer/gemeenschap heeft in de
geschiedenis en de cultuur. Dat betekent dan wel dat feitelijk het sola
scriptura wordt prijsgegeven en de Schrift niet in het geloof aan haar eigen
zelfgetuigenis wordt gelezen. Op deze wijze wordt het gezag van de Schrift
ingrijpend ondergraven.
De
vraag is dan waar men stopt in het geven van ruimte als het gaat om het innemen
van tegenstrijdige standpunten die door allen met een beroep op de Schrift
verdedigd mogen worden. Evangelicals zullen dan niet denken aan de Drie-eenheid
of de noodzaak van verzoening met God door Christus, maar wat is dan de reden
om daar te stoppen en niet op een andere plaats?! Zeker is dat het niet altijd even gemakkelijk is om vast te
stellen wat de Schrift betekent. Dan is het goed te beseffen dat er lagen zijn
in het geloofsgoed.
Echter met Barrett moeten we eraan vasthouden
dat een beroep op de Schrift als laatste toetssteen mogelijk en nodig is.
Wanneer we opgeven dat we vanuit de Schrift als laatste toetssteen ant-woorden
kunnen geven, wordt de (kerkelijke) cultuur een beslis-send criterium. Dat is
echter geen vast en ook geen universeel criterium, terwijl toch kenmerkend voor
het christelijke geloof is dat er de eeuwen door en wereldwijd een vaste kern
is, waarin de kerk één is.
Matthew Barrett, God’s Word Alone: The Authority of
Scripture. What the Reformers Taught...and Why It Still Matters, The 5
Solas Series, Zondervan, Grand Rapids 2016; ISBN 9780310515722; pb. 402 pp.,
prijs $ 24,99.