woensdag 21 augustus 2013

Gereformeerd en katholiek 2

Rome en de Reformatie: overeenkomsten en verschillen
Dit alles neemt niet weg dat de Kerk van de Reformatie in haar belijdenis inhoudelijke over­een­­komsten heeft met Rome. Dat is niet vreemd, als wij bedenken dat de Reformatie een her­vor­ming van de bestaande Kerk was. Als het gaat om de boodschap kan je zeggen dat de ver­schillen tussen Rome en de Refor­matie niet zozeer de Godsleer en de christologie raken, maar het werk van de Heilige Geest. Volgens Rome spreekt de Geest door de Schrift en de traditie van de kerk belichaamd door de paus. Ge­hoorzaamheid aan God is voor Rome altijd gehoor­zaam­heid aan het levend leergezag van de kerk. Daartegenover stelt de Reformatie dat de Kerk aan de Schrift onderworpen is.
De Reformatie stelt dat de Heilige Geest het geloof werkt door het geloof en ver­sterkt door het gebruik van de sacramenten, terwijl Rome stelt dat de sacramenten genade­middelen. Vol­gens Rome worden we door de Heilige Doop in de Kerk opgenomen, terwijl de Refor­ma­tie, en zeker de gereformeerde Reformatie, betuigd dat zij die reeds deel uitmaken van de Kerk, hetzij als volwassene door geloof, hetzij omdat men uit christenouders is ge­bo­ren of als kind in een christelijk gezin opgenomen, het sacrament van de Heilige Doop mogen ont­van­gen.
Rome kent aan de Kerk en haar ambtsdragers een heilsbemid-delende betekenis toe. Er is al­leen toegang tot God via de Kerk als instituut. De Reformatie leert dat er voor elke gelovige rechtstreeks toegang tot God is door Jezus Christus. De Kerk is voor de Reformatie allereerst de gemeenschap van alle ware gelovigen vanaf het begin van de geschiedenis tot aan de jong­ste dag.
Op de vraag hoe een mens voor God kan bestaan, verwijst Rome naar kwaliteiten in de mens, ook al worden die toegeschreven aan God genade. De Reformatie verwijst enkel en alleen naar het werk van Christus buiten ons. De mens is alleen door geloof in wat Christus voor hem en in zijn plaats deed rechtvaardig voor God. Ook over zijn allerbeste werken heeft hij verzoening nodig.
 
 
De aantrekkingskracht van Rome
Toen ik aan catechisanten uitlegde waarom wij niet rooms-katholiek zijn, maakte één van hen de opmerking: ‘Maar dominee, wij worden echter niet rooms. Voor ons is het evangelische ge-dachtegoed een veel grotere dreiging. Dat heeft aantrek-kingskracht.’
Nu, ik begrijp die op­mer­king en het laat zien hoe actueel de Dordtse Leerrgels zijn. Het overgrote deel van de evan­ge­lischen nu en trouwens ook nog eens van velen die behoren bij kerken met de gerefor­meerde belijdenis, huldigen standpunten die op bijbelse gronden in de Dordtse Leerrgels zijn ver­oor­deeld. Echter, het is niet juist dat Rome op geen enkele protestant aantrekkingskracht uit­oe­fent, al heeft het aanzien van Rome danig schade opgelopen door de seksschandalen die wereldwijd openbaar zijn gekomen.
Dan nog blijft dat met name onder hoger geschoolde protestanten de drang voorkomt over te stappen naar Rome en sommigen dat ook metterdaad hebben gedaan. Vooral speelt een rol dat men de grote verdeeldheid van het protestantisme en de nadruk van de verschillende kerk­ge­noot­schappen op hun eigen identiteit moe is.
In Amerika worden evangelicals aange­trok­ken tot Rome van­wege het zo ge­rin­ge historische besef en de grote oppervlakkigheid van een niet on­be­langrijk deel van de evan­ge­lische beweging. Rond de vorming van de PKN hebben meer­deren die daarin zijn mee-gegaan, zozeer het belang van uiterlijke eenheid boven eenheid van het geloof benadrukt, dat het moeilijk is om de vraag te onder-drukken of dan de Reformatie niet als een vergissing moet worden gezien.
 
 
Het karakter van de eenheid van de Kerk
Voor Rome is de eenheid van de Kerk een uiterlijke en structurele eenheid. Men aanvaardt de leiding van de bisschoppen en de paus. Voor de Reformatie daarentegen is de eenheid allereerst een geestelijke zaak. Eenheid is eenheid van geloof, is overeen-stemming met het getuigenis van profeten en apostelen. Uiter­lijke eenheid moet ons na aan het hart liggen, maar met aanvaarding van de Reformatie is een zekere aanvaarding van het gegeven dat de Kerk niet tot één uiterlijke openbaringsvorm kan worden beperkt gegeven.
In de tijd verschillen de open­ba­ringsvormen van de Kerk. Onder het oude verbond had de Kerk een andere gestalte dan onder het nieuwe ver­bond. Door ons beperkte verstaan van de Schrift kunnen er echter ook naast elkaar open­ba­ringsvormen van de ene, katholieke christe­lijke Kerk bestaan. Het kan niet alleen, op menige plaats is het metterdaad het geval. Wie daarvan in geen enkel opzicht wil weten, moet de kleine protestantse groepering waartoe hij behoort als de Kerk zien. Veel logischer is dan echter de stap om zich onder Rome te voegen.
De Reformatoren hebben nooit ontkend dat onder Rome nog ware gelovigen zijn. Echter, dat was naar hun vaste overtuiging niet dankzij, maar ondanks de specifiek roomse leer. Zij wens­ten dat iedere christen de roomse ballast van zich af zou schudden en in de ware zin van het woord katholiek zou worden.
In zijn brief aan kardinaal De Sadolet, die de inwoners van Genève ertoe had opgeroepen weer te keren naar Rome, schreef Calvijn: ‘Geve de Heere, Sado­­­let, dat u en al de uwen nog eens tot het in­zicht mogen komen dat de eenheid van de kerk door geen andere band tot stand wordt ge­bracht dan wanneer Christus, de Heere Die ons met God de Vader verzoend heeft, ons uit deze ver­splintering vergadert tot de gemeenschap van Zijn lichaam om ons zo door Zijn Woord en Geest alleen tot één hart en één ziel te doen samen­groei­en.’
Wie echt katholiek wil zijn, moet zich niet onder Rome voegen of onder Rome blijven. Ka­tho­liek zijn betekent niet in de laatste plaats dat wij geloven wat altijd en overal door de Kerk is beleden. Kern daarvan is dat de Drie-enige God de God is van volkomen zalig-heid. De Maria­verering en de pauselijke onfeilbaarheid behoren daar bepaald niet bij. Juist met het oog op de laatst genoemde zaken, moeten wij zeggen dat Rome sinds de zestiende eeuw haar katho­lieke karakter alleen nog maar meer heeft prijsgegeven.