Van de kerkgeschiedenis kunnen
we leren. Dat geldt ook als het gaat om de levensloop van hen die ons voorgegaan
zijn in het geloof. In een biografie kan op een ongezonde wijze de gelovige in
het middelpunt staan. Er is echter ook een andere kant. Een goede biografie
laat ons zien dat het evangelie van Gods genade realiteit. Ze toont hoe het
Woord van God werkelijk wordt in de harten en levens van mensen. Dan wordt
trouwens ook duidelijk dat de allerheiligsten nog maar een klein beginsel van
de nieuwe gehoorzaamheid hebben. Daarom kan alleen God alle eer krijgen. Ik
hoop dat zo de levensschets die ik van ds. Jac. van Dijk biedt tot zegen mag
zijn.
Inleiding
Op 9 januari jl. was het honderd
jaar geleden dat ds. Jac. van Dijk het levenslicht zag. Hij overleed
plotseling op 14 april 1984 en vond op de dodenakker ”Heiderust” te Velp zijn
laatste aardse rustplaats. Hij had bij zijn leven beschikt dat zijn begrafenis
in stilte zou plaatshebben. Dr. C. A. Tukker leidde in de aula van het Velpse
bejaardencentrum ”Beukenhof” de dienst en sprak naar aanleiding van Psalm
56:14: ‘Want Gij hebt mijn ziel gered van den dood;
ook niet mijn voeten van aanstoot, om voor Gods aangezicht te wandelen in het
licht der levenden?’
Van Dijk had bij zijn leven aangegeven dat hij met deze woorden begraven wenste te worden. Zijn vriend Feike Asma, die ook bij zijn proefpreek in 1939 had gespeeld, begeleidde daarbij de samenzang. Tijdens zijn leven was Jac. van Dijk in kerkelijke kring en ook daarbuiten een begrip. Hij was een zeer begaafd prediker die het evabngelie van Gods genade zeer eenvoudig kon uitleggen. Ouderen zullen zijn naam nog herinneren. Het is vooral met het oog op de jongeren dat ik iets over hem wil vertellen.
Van Dijk had bij zijn leven aangegeven dat hij met deze woorden begraven wenste te worden. Zijn vriend Feike Asma, die ook bij zijn proefpreek in 1939 had gespeeld, begeleidde daarbij de samenzang. Tijdens zijn leven was Jac. van Dijk in kerkelijke kring en ook daarbuiten een begrip. Hij was een zeer begaafd prediker die het evabngelie van Gods genade zeer eenvoudig kon uitleggen. Ouderen zullen zijn naam nog herinneren. Het is vooral met het oog op de jongeren dat ik iets over hem wil vertellen.
Meester van
Wijk en ds. Van Dijk
Zelf hoorde ik voor het eerst van
ds. Jac. van Dijk op de lagere school in Kinderdijk uit de mond van meester Van
Wijk, het hoofd van de school (directeur zeggen we tegenwoordig). We zouden als
leden van de familie De Vries hem later oom Joost noemen. Meester Van Wijk had in
Gameren bij ds. Jac. van Dijk catechisatie gevolgd. Meer dan eens viel zijn
naam. Bijvoorbeeld bij de uitleg van een antwoord uit de Heidelbergse
Catechismus.
Meester Van Wijk (de vader van ds. A. van Wijk uit Herkingen) gaf dan meer dan eens door wat ds. Van Dijk daarover in een preek of catechisatieles had gezegd. soms schoten dan zijn ogen vol met tranen. Heel duidelijk was dat Van Dijk op hem een diepe indruk had gemaakt met diens prediking van genade voor de grootste der zondaren. Genade die wij nodig hebben tot de laatste snik. In de tijd dat Van Dijk in Gameren stond, kwamen op bid- en dankdagen en tweede feestdagen van heinde en ver mensen naar de kerk. Thuislezers, paauweaanen, oudgereformeerden en niet te vergeten hervormde gezelschapsmensen.
Meester Van Wijk (de vader van ds. A. van Wijk uit Herkingen) gaf dan meer dan eens door wat ds. Van Dijk daarover in een preek of catechisatieles had gezegd. soms schoten dan zijn ogen vol met tranen. Heel duidelijk was dat Van Dijk op hem een diepe indruk had gemaakt met diens prediking van genade voor de grootste der zondaren. Genade die wij nodig hebben tot de laatste snik. In de tijd dat Van Dijk in Gameren stond, kwamen op bid- en dankdagen en tweede feestdagen van heinde en ver mensen naar de kerk. Thuislezers, paauweaanen, oudgereformeerden en niet te vergeten hervormde gezelschapsmensen.
Niet alleen meester Van Wijk, maar
ook diens vader, die jarenlang ouderling was geweest van de hervormde gemeente
van Gameren, had aan Van Dijk een bijzondere band. Dat was trouwens omgekeerd
ook zo. Mevr. Van Dijk die de geestelijke omkeer (ik zal daar straks meer over
vertellen) van haar man wel respecteerde, maar innerlijk niet kon volgen, heeft
in een interview in Terdege, dat een aantal jaren na het sterven van
haar man met haar werd afgenomen, gezegd dat Aaike (het Gamerse dialect voor
Arie) van Wijk de oprechtste christen was die zij zich kon herinneren. ‘Deze
bakker’, zo zei ze, ‘zou iemand nog niet voor een halve cent benadelen.’
Aaike van Wijk had heel lage gedachten van zichzelf. Hij voelde zich verbonden aan Van Dijk, omdat die niet hoog opgaf van de bekeerde mens, maar wel van Christus. Aaike van Wijk was bakker. Van hem werd ook wel gezegd dat als hij het brood dat hij gebakken had, uitventte, hij het Brood des levens ook nog eens gratis aanbood. Hij kon namelijk niet zwijgen over Gods genade in Christus. De verbondenheid met Van Dijk bleef, ook toen Van Dijk zich meer naar de marge van de gereformeerde gezindte bewoog. Aaike van Wijk bleef zeggen dat hij geen dominee zo duidelijk had horen verklaren wat genade is, ook in de innerlijke beleving, als Van Dijk.
Aaike van Wijk had heel lage gedachten van zichzelf. Hij voelde zich verbonden aan Van Dijk, omdat die niet hoog opgaf van de bekeerde mens, maar wel van Christus. Aaike van Wijk was bakker. Van hem werd ook wel gezegd dat als hij het brood dat hij gebakken had, uitventte, hij het Brood des levens ook nog eens gratis aanbood. Hij kon namelijk niet zwijgen over Gods genade in Christus. De verbondenheid met Van Dijk bleef, ook toen Van Dijk zich meer naar de marge van de gereformeerde gezindte bewoog. Aaike van Wijk bleef zeggen dat hij geen dominee zo duidelijk had horen verklaren wat genade is, ook in de innerlijke beleving, als Van Dijk.
Wie was ds. Van
Dijk?
Ds. Van Dijk groeide op in de
vooroorlogse Gereformeerde Kerken, die toen nog een bolwerk van
rechtzinnigheid waren. Al op de middelbare school bleek zijn grote
godsdienstige belangstelling. In zijn woonplaats Rotterdam woonde hij
diensten bij van voorgangers uit allerlei kerken en kringen. Hij ging
theologie studeren in Utrecht. Inmiddels was hij overgegaan naar de Hervormde
Kerk. Hij groeide helemaal weg van de gereformeerde leer en werd radicaal
vrijzinnig. Zo vrijzinnig dat een lid van de toelatingscommissie hem zei, dat
hij niet kon begrijpen dat voor iemand met zulke ideeën ruimte was in de
Hervormde Kerk. Dat zegt wat. Immers in de Hervormde Kerk was sprake van allerlei
wind van leer. Als vrijzinnig predikant heeft Van Dijk na een
hulppredikerschap in Eindhoven, de gemeenten van Zaltbommel en 's Gravenzande gediend.
Vanuit Zaltbommel moest hij eens een
ringbeurt in Gameren vervullen. Hij probeerde zich aan te passen. Teruggrijpend
op zijn gereformeerde opvatting hield hij een rechtzinnige preek. Gebke van
Tuyl, die meer nog dan Aaike van Wijk in die jaren een stempel zette op de kerkenraad
van de Hervormde gemeente van Gameren, vroeg hem na afloop van de dienst: dominee:
‘Gelufde de noe zelf wat ge geprekt het?’ Toen werd Van Dijk kwaad en hij liet
dat merken ook. Hij had zo zijn best gedaan en nog was het niet goed. Later
zag hij het anders. Hier was een ouderling die nog dacht aan de ziel van een
vrijzinnige predikant. Het is één van de redenen geweest dat toen hij jaren
later een beroep kreeg naar Gameren, dit aannam.
Menige predikant was bang voor Gebke van Tuyl. Als de prediking naar zijn mening te weinig bevindelijk was, kon hij dat een predikant zeer ongezouten onder de neus wrijven. Echter in de diensten dat Van Dijk voorging, is er nooit een onvertogen woord in de consistorie gevallen. Van Tuyl voelde zich verbonden aan Van Dijk die het vrome vlees niet spaarde, maar die wel treurigen troostte vanuit de volheid van Christus.
Menige predikant was bang voor Gebke van Tuyl. Als de prediking naar zijn mening te weinig bevindelijk was, kon hij dat een predikant zeer ongezouten onder de neus wrijven. Echter in de diensten dat Van Dijk voorging, is er nooit een onvertogen woord in de consistorie gevallen. Van Tuyl voelde zich verbonden aan Van Dijk die het vrome vlees niet spaarde, maar die wel treurigen troostte vanuit de volheid van Christus.