Dit
boek is de neerslag van een workshop over de creatio ex nihilo die van 9 tot 15
juli in 2006 op de pauselijke zomerresidentie Castel Gandolfio werd gehouden en
waaraan christelijke, joodse en islami-tische geleerden deelnamen. In de
eerste bijdrage stelt Ernan McMullin dat de Bijbel althans expliciet geen creatio
ex nihilo leert, maar dat dit wel de enige logische gevolgtrekking is die uit
het bijbelse getuigenis kan worden getrokken.
Zelf
zou ik, zeker als het gaat om het Nieuwe Testament, nog verder willen gaan. Inderdaad
moeten we verdisconteren dat de focus van de Bijbel op de heilsgeschiedenis
ligt en niet op filo-sofische vragen. Ik zou willen onderstrepen dat niet elke
metafysica is met de Bijbel te verenigen en dat zeker afwijzen van elke vorm
daarvan leidt tot vertekeningen van het bijbelse getuigenis.
Wanneer Janet Soskice stelt dat het bijbelse getuigenis aangaande de schepping ons niet over de oorsprong van de schepping inlicht, maar zich focust op de relatie tussen God en mens en wel in het bijzonder Zijn volk Israël, worden er tegenstellingen gemaakt die de Bijbel zo niet kent.
Wanneer Janet Soskice stelt dat het bijbelse getuigenis aangaande de schepping ons niet over de oorsprong van de schepping inlicht, maar zich focust op de relatie tussen God en mens en wel in het bijzonder Zijn volk Israël, worden er tegenstellingen gemaakt die de Bijbel zo niet kent.
Boeiend
is de bijdrage van David Burrell. Hij gaat in het onder-scheid dat Thomas van
Aquino maakt tussen essentieel en partici-perend bestaan. De zienswijze van
Thomas dat alleen Gods essentie zijn existentie noodzakelijk impliceert, is
naar mijn diepe overtuiging een voorbeeld van een juiste doordenking van het
bijbelse getuigenis.
Terwijl
Alexander Broadie positief oordeelt over de inzichten van Hume en Kant dat wij
in zekere zin van de mens en zijn kennisvermogen kunnen zeggen dat het de
wereld ontwerpt, doe ik dat niet. Met onder andere Alvin Plantinga kies ik voor
een realistische en geen idealistische zienswijze op kennis. Alleen zo kun je
volledig recht doet aan het feit dat God werkelijk boven en buiten deze door
Hem geschapen en van Hem afhankelijke werkelijkheid bestaat.
In
een aantal bijdragen komt de verhouding tussen Gods soeve-reiniteit en de verantwoordelijkheid
dan wel vrijheid van de mens aan de orde. Mijn bezwaar is dat bij een louter filosofische
benade-ringen van deze vraag, het primaat van het bijbelse getuigenis geen recht
wordt gedaan en de relatie met de soteriologie niet goed in beeld komt. Dan
denk ik aan de bede van de kerkvader Augustinus: ‘Geef mij wat Gij mij beveelt
en beveel dan van mij, wat Gij van mij wilt.’
David B. Burrell, Carlo Cogliati, Janet M. Soskice en
William R. Stoeger (red.), Creation and the God of Abraham (Cambridge:
Cambridge University Press, 2013). 274 p., £22,99 (ISBN 9781107697270)