Inleiding
In 2015 verscheen bij uitgeverij Labarum te
Apeldoorn een boek met de titel Vensters op refodomes. Het is gewijd aan
kerkbouw in de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Daartoe wordt ook de
Hersteld Hervormd Kerk gerekend. Van beschouwingen die ons aangaan, kunnen
wij meestal wat leren.
Nu moet bij het boek Venster op refodomes wel worden opge-merkt dat het geschreven is door auteurs van het Biblebelt netwerk. Deze laatste aanduiding maakt duidelijk dat men godsdienst in de eerste plaats als een sociologisch verschijnsel ziet. Dat is een belangrijke beperking.
Nu moet bij het boek Venster op refodomes wel worden opge-merkt dat het geschreven is door auteurs van het Biblebelt netwerk. Deze laatste aanduiding maakt duidelijk dat men godsdienst in de eerste plaats als een sociologisch verschijnsel ziet. Dat is een belangrijke beperking.
Dat betekent dat het diepste wezen van de Kerk per
definitie buiten beschouwing blijft. Boeken over de kerk, haar geschiedenis en
verschijning zijn het rijkst als zij vanuit een belijdend ge-zichtspunt zijn
geschreven.
Een prachtig voorbeeld daarvan is de kerkgeschiedenis van dr. Louis Praamsma De kerk van alle tijden. Het merendeel van de medewerkers van Biblebelt netwerk staat echter ver af van de gereformeerde belijdenis. Men moet van hen dus geen beoor-deling die daaraan genormeerd is, verwachten.
Een prachtig voorbeeld daarvan is de kerkgeschiedenis van dr. Louis Praamsma De kerk van alle tijden. Het merendeel van de medewerkers van Biblebelt netwerk staat echter ver af van de gereformeerde belijdenis. Men moet van hen dus geen beoor-deling die daaraan genormeerd is, verwachten.
Onder andere komt naar voren dat kerkgebouwen meer
dan eens verrijzen aan de rand van een burgerlijke gemeente. Een kerk op een
industrieterrein is geen uitzondering. Inderdaad is het mooier en beter als een
kerk midden in een woonwijk ligt. Dat kan de aantrekkingskracht van een
kerkelijke gemeente vergroten.
Echter, menige kerkelijke gemeente die een
kerkgebouw nodig had, was blij dat er – waar het dan ook was – nog een stuk
grond beschikbaar bleek te zijn. In onze tijd kan men lang niet altijd van een
loyale medewerking van de burgerlijke overheid verzekerd zijn als het gaat om
kerkbouw.
Daarbij komt dat het tegenwoordig eis is dat er bij een kerkgebouw een aantal parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Om die eis kan een burgerlijke gemeente niet heen als zij eraan meewerkt grond beschikbaar te stellen. Het betekent wel dat men hoogst zelden in het centrum van een bestaande woonwijk een nieuwe kerk kan realiseren.
Daarbij komt dat het tegenwoordig eis is dat er bij een kerkgebouw een aantal parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Om die eis kan een burgerlijke gemeente niet heen als zij eraan meewerkt grond beschikbaar te stellen. Het betekent wel dat men hoogst zelden in het centrum van een bestaande woonwijk een nieuwe kerk kan realiseren.
Hoe moet een kerkgebouw
eruit zien?
De een heeft, als het gaat om gebouwen, een andere
smaak dan de ander. Als het gaat om de kerken die de laatste jaren zijn
gebouwd, vind ik zelf het ene gebouw mooier dan het andere. Zelf houd ik van
een kerk met een klassieke uitstraling. Ik weet ook dat eisen van een burgerlijke
gemeente zo’n ontwerp soms onmogelijk maken. Jammer acht ik het als kerkelijke
gemeenten zelf voor een modern ontwerp kiezen.
Daarnaast is het uiteraard zo dat een kerkgebouw
groot genoeg moet zijn voor een gemeente. Dat geldt niet alleen de kerkzaal,
maar ook andere ruimten die men nodig heeft. Oudere kerken plegen vaak maar
heel kleine portalen te hebben. Dat nieuwe kerkgebouwen een ruime of zelfs
zeer ruime hal hebben, acht ik alleen maar winst. Het kan ook bij slechter weer
onderlinge ont-moeting vòòr en na de dienst bevorderen.
De schrijvers van Vensters op refodomes menen
dat de nieuwe kerkgebouwen die binnen de rechterflank van de gereformeerde
gezindte zijn verschenen, in het algemeen te weinig van esthetiek en symboliek
getuigen.
Naar gereformeerde opvatting gaat het bij het gebouw allereerst om de boodschap die er wordt gebracht. Omdat wij niet onder de oude bedeling leven, mag ook niet zomaar een rechte lijn getrokken worden van de tempel naar kerkgebouwen nu.
Naar gereformeerde opvatting gaat het bij het gebouw allereerst om de boodschap die er wordt gebracht. Omdat wij niet onder de oude bedeling leven, mag ook niet zomaar een rechte lijn getrokken worden van de tempel naar kerkgebouwen nu.
In een protestants kerkgebouw vormt de preekstoel
het centrum. In de directe nabijheid van de preekstoel bevinden zich de
zitplaatsen van de kerkenraad. Dan is er uiteraard wel variatie mogelijk. In
Opheusden maakte ik de opening van het nieuwe kerkgebouw van de Molukse
Evangelische Kerk mee. Daar zit de kerkenraad in een halve cirkel achter de
predikant. Het is anders dan wij gewend zijn, maar niet verkeerd.
De Schotse kerken hebben grote preekstoelen. Bij avondmaals-diensten zijn altijd minstens drie predikanten aanwezig en die nemen dan allen plaats op de kansel. De kansel van onze eigen gemeente (Boven-Hardinxveld) zou in een Schots kerkgebouw dan ook niet misstaan.
De Schotse kerken hebben grote preekstoelen. Bij avondmaals-diensten zijn altijd minstens drie predikanten aanwezig en die nemen dan allen plaats op de kansel. De kansel van onze eigen gemeente (Boven-Hardinxveld) zou in een Schots kerkgebouw dan ook niet misstaan.
Een predikantenbord met de namen van alle
predikanten getuigt van het besef van verbondenheid met de voorgeslachten. In
menige oude protestantse kerk hangen er borden met de Tien Geboden. Tegen een
bord met de Apostolische Geloofsbelijdenis kan men ook moeilijk bezwaar maken.
Integendeel zelfs.
Heel mooi is ook een kernachtige Bijbeltekst verwerkt in de muur van de kerk. De keren dat ik in Elburg in de hervormde evange-lisatie Kerkbelang preekte, werd ik altijd weer getroffen door de woorden Vrede door het bloed des kruises op de buitenmuur van het gebouw van de Christelijke Gereformeerde Kerk dat recht tegenover het gebouw van Kerkbelang ligt.
Heel mooi is ook een kernachtige Bijbeltekst verwerkt in de muur van de kerk. De keren dat ik in Elburg in de hervormde evange-lisatie Kerkbelang preekte, werd ik altijd weer getroffen door de woorden Vrede door het bloed des kruises op de buitenmuur van het gebouw van de Christelijke Gereformeerde Kerk dat recht tegenover het gebouw van Kerkbelang ligt.
Ik zou ook wensen dat kerken in Nederland de
gewoonte gaan navolgen die bij behoudende gemeenten in de Angelsaksische wereld
gebruikelijk is om bij de kerk een bord te plaatsen met de mede-deling dat
gasten van harte welkom zijn. Vaak zie je dan dat ook een grote poster met een
Bijbeltekst op zo’n bord is geplakt.
Via de TBS (Trinitarian Bible Society) zijn die posters te ver-krijgen. Wat mij betreft laat de GBS ook zulke posters drukken met de aanbeveling aan kerkelijke gemeenten borden te plaatsen met zo’n poster erop.
Zo wordt aan de buitenwacht duidelijk gemaakt dat de boodschap die binnen de muren van het kerkgebouw wordt gebracht ook hen geldt en dat wij ernaar uitzien dat mensen vervreemd van de kerk de diensten gaan bezoeken.
Via de TBS (Trinitarian Bible Society) zijn die posters te ver-krijgen. Wat mij betreft laat de GBS ook zulke posters drukken met de aanbeveling aan kerkelijke gemeenten borden te plaatsen met zo’n poster erop.
Zo wordt aan de buitenwacht duidelijk gemaakt dat de boodschap die binnen de muren van het kerkgebouw wordt gebracht ook hen geldt en dat wij ernaar uitzien dat mensen vervreemd van de kerk de diensten gaan bezoeken.
Als echter in het gebouw zelf allerlei symboliek
wordt verwerkt, komen we op een gevaarlijk spoor. Dat leidt af van de
overtuiging dat de kerk daar is waar het Woord recht wordt bediend. Of het nu
in een eenvoudige schuur is of in een veel mooier gebouw.
In Vensters op refodomes wordt ook gesproken over een ruimte voor doordeweekse vieringen. Dat verraadt inzichten over kerk-zijn die ver van de gereformeerde belijdenis zijn verwijderd. Laat een gemeente wel naast de zondagse erediensten ook regelmatig doordeweekse diensten beleggen.
In Vensters op refodomes wordt ook gesproken over een ruimte voor doordeweekse vieringen. Dat verraadt inzichten over kerk-zijn die ver van de gereformeerde belijdenis zijn verwijderd. Laat een gemeente wel naast de zondagse erediensten ook regelmatig doordeweekse diensten beleggen.
De grote van een kerkgebouw
In Vensters op refodomes wordt overigens wel
een opmerking gemaakt over de grootte van een kerkgebouw die ik hartelijk
onderschrijf. Men stelt vragen bij de wel heel grote gebouwen die op een aantal
plaatsen zijn verrezen. Met de oudvader Van Lodensteijn ben ik van mening dat
een gemeente eigenlijk niet meer dan vijfhonderd kerkgangers moet tellen.
Gaat men richting de zevenhonderd dan moet men aan
een splitsing gaan denken. Een predikant moet ook echt herder kunnen zijn. En
voor een onderlinge band in een kerkenraad moet die ook weer niet al te groot
zijn. Iets wat bij een heel grote gemeente niet vermeden kan worden.
Komen bijna alle kerkgangers uit een niet al te
groot dorp, dan pleegt het splitsen van een gemeente niet eenvoudig te zijn.
Het dorp voelt zich als ene gemeenschap en dat werkt door in de kerk. In
grotere plaatsen ligt dat toch wat anders. Helemaal anders is het als tal van
kerkgangers uit omliggende plaatsen komen.
Komen meer dan honderd kerkgangers uit een nabijliggende
plaats of op zijn minst uit eenzelfde gebied, dan wordt de zon-dagsrust ook door
de splitsing van een gemeente bevorderd. In de gereformeerde gezindte zijn er
zelfs wel gemeenten die op deze manier in vijf delen gesplitst zouden kunnen
worden.
Voor de grote kerkgebouwen die er al staan en waarbij kerk-gangers uit een wijde tot zeer wijde omgeving naar de kerk komen, geldt voor een deel: gedane zaken nemen geen keer. Bezinning voor de toekomst is echter hoogst noodzakelijk.
Voor de grote kerkgebouwen die er al staan en waarbij kerk-gangers uit een wijde tot zeer wijde omgeving naar de kerk komen, geldt voor een deel: gedane zaken nemen geen keer. Bezinning voor de toekomst is echter hoogst noodzakelijk.
Het gebruik van een vervoermiddel
op zondag
Tot voor een aantal jaren geleden droeg de Vereniging
tot bevordering van de zondagsrust en zondagsheiliging het stand-punt
uit dat je op zondag ook voor kerkgang geen vervoermiddel moet gebruiken. Daar
is men op teruggekomen. Naar ik meen terecht.
Ik weet dat er mensen zijn die dat standpunt hebben, maar als kerk moet je dat niet je leden opleggen en naar mijn diepe overtuiging is het toch beter om met een vervoermiddel naar de kerk te gaan dan thuis de dienst via de kerktelefoon mee te maken of een preek te lezen.
Iemand als Voetius noemde zelfs de schaats als middel dat je mocht gebruiken om de kerk te bereiken. In vroeger tijd was dat in een strengere winter in een waterrijk gebied een heel goed te begrijpen advies
Ik weet dat er mensen zijn die dat standpunt hebben, maar als kerk moet je dat niet je leden opleggen en naar mijn diepe overtuiging is het toch beter om met een vervoermiddel naar de kerk te gaan dan thuis de dienst via de kerktelefoon mee te maken of een preek te lezen.
Iemand als Voetius noemde zelfs de schaats als middel dat je mocht gebruiken om de kerk te bereiken. In vroeger tijd was dat in een strengere winter in een waterrijk gebied een heel goed te begrijpen advies
Van mij zou de Vereniging tot bevordering van de
zondagsrust en zondagsheiliging wel synodes, classes en gemeenten
onder de aandacht mogen brengen om zo gauw daartoe enigszins mogelijk-heden
zijn, tot gemeentesplitsing over te gaan. Aan mensen moet, zoveel als maar kan,
de mogelijkheid worden geboden om dicht bij huis naar de kerk te gaan.
Wil men mensen buiten de kerk bereiken, dan is een
groot voordeel als je hen op een kerkelijke gemeente in eigen plaats of eigen
woonwijk kan wijzen. In de achterban van de Vereniging tot bevordering van
de zondagsrust en zondagsheiliging zie
je op dit punt soms wel heel grote verschuivingen.
Terwijl men vroeger volstrekt niet van een vervoermiddel gebruik wilde maken, legt men nu soms vele kilometers met de auto af. Kerkenraden voelen daarom minder de noodzaak om een gemeente niet al te groot te laten worden. De Vereniging tot bevordering van de zondagsrust en zondagsheiliging heeft mij aan haar zijde, als zij hier een waarschuwend geluid laat horen.
Terwijl men vroeger volstrekt niet van een vervoermiddel gebruik wilde maken, legt men nu soms vele kilometers met de auto af. Kerkenraden voelen daarom minder de noodzaak om een gemeente niet al te groot te laten worden. De Vereniging tot bevordering van de zondagsrust en zondagsheiliging heeft mij aan haar zijde, als zij hier een waarschuwend geluid laat horen.
Ds. Zondag van de Gereformeerde Gemeente van Woerden
voerde in De Saambinder een pleidooi om zondags minder van de auto
gebruik te maken en lopend naar de kerk te gaan. Ik heb dat in het midden van de gemeente van Bonven-Hardinxveldnooit
gedaan om de simpele reden dat dit niet nodig is.
Ik zou eigenlijk niemand kennen die heel goed lopend naar de kerk kan komen en dat toch niet doet. Eerder moet ik soms de vraag stellen of het niet gebruik maken van een vervoermiddel echt een zaak is die men niet met het geweten kan over-eenbrengen.
Ik zou eigenlijk niemand kennen die heel goed lopend naar de kerk kan komen en dat toch niet doet. Eerder moet ik soms de vraag stellen of het niet gebruik maken van een vervoermiddel echt een zaak is die men niet met het geweten kan over-eenbrengen.
Als dat laatste werkelijk zo is, zal het ingebed
zijn in een leven van godzaligheid. Zo heb ik dat gezien bij mijn goede vriend
Willem Gelderblom. Deze was voor zichzelf zeer nauw, maar heeft mij het nooit
kwalijk genomen dat ik de auto gebruikte om elders te preken. Hij legde zijn
standpunt aan anderen niet op.
In mijn studententijd heb ik in vakanties een aantal jaren bij schoonmaakbedrijf Kinderdijk gewerkt. Daar werkte ik onder andere samen met een meneer Brand uit Streefkerk. Ook dat was zo’n man. Hij had weliswaar niet de geloofsvrijmoedigheid van Willem Gelderblom, maar ik denk met achting aan hem terug.
In mijn studententijd heb ik in vakanties een aantal jaren bij schoonmaakbedrijf Kinderdijk gewerkt. Daar werkte ik onder andere samen met een meneer Brand uit Streefkerk. Ook dat was zo’n man. Hij had weliswaar niet de geloofsvrijmoedigheid van Willem Gelderblom, maar ik denk met achting aan hem terug.
Zondag las hij met zijn gezin preken en op tweede
feestdagen en bij andere doordeweekse diensten ging hij met zijn gezin naar de
Gereformeerde Gemeente in Nederland. Ook hem herinner ik mij als een man die
nauwgezet was voor zichzelf, maar mild voor een ander. Een man ook die zocht
naar wat verbond in de vreze des Heeren. Vanuit die houding is hij jarenlang
voorzitter geweest van de vereniging van de School met de Bijbel in
Streefkerk.
Het gebruik van een vervoermiddel door een predikant
Het pleidooi van ds. Zondag om op de dag des Heeren,
als het mogelijk is, lopend naar de kerk te gaan, riep de vraag op hoe je het
moet zien als predikanten de auto gebruiken om elders te preken. Als
predikanten daar innerlijk bezwaar tegen hebben, respecteer ik dat ten volle.
Dan zullen zij mijn pleidooi, om als het even kan tot splitsing van een
gemeente over te gaan, helemaal bijvallen.
Het eerste jaar dat ik ging preken kon ik nog geen
auto rijden. Preekte ik in de buurt, dan werd ik gereden door een vriend of
kennis. Was het verder weg, dan ging ik zaterdag met de bus en trein naar een
logeeradres en reisde op maandag terug. De reizen per trein naar Groningen en
Leeuwarden herinner ik mij nog goed. In de trein las ik en overdacht ik mijn
preek.
Toen ik auto kon rijden, ging ik bij heel grote afstanden
zaterdag van huis om op maandag terug te reizen. Bijvoorbeeld als ik vanuit
Opheusden of Elspeet naar Ouddorp of Wouterswoude ging. Dan gebeurde het wel
dat je zondagavond met meerderen bij elkaar kwam om over de preek te spreken.
Zoveel mogelijk sprak en spreek ik als ik wat verder moet gaan een hele zondag af. Dichterbij ligt dat anders. Op deze wijze probeer ik dan de zondagsrust zoveel mogelijk gestalte te geven.
Zoveel mogelijk sprak en spreek ik als ik wat verder moet gaan een hele zondag af. Dichterbij ligt dat anders. Op deze wijze probeer ik dan de zondagsrust zoveel mogelijk gestalte te geven.
In ieder geval lijkt het mij beter dat een predikant
naar een wat kleinere gemeente reist. Dan dat zo’n gemeente wordt opgeheven of
niet gesticht en kerkgangers in grote getale naar een andere plaats moeten
reizen.
Ik mocht zondag middag 17 januari 2016 voor het eerst in Oosterhout voor te gaan. Daar worden nu om de twee weken op zondagmiddag diensten belegd die door krap tien mensen uit Oosterhout worden bezocht en daarnaast nog door wat andere belangstellenden. Dat zijn dan in de praktijk vrijwilligers van het evangelisatiewerk in Oosterhout.
Ik mocht zondag middag 17 januari 2016 voor het eerst in Oosterhout voor te gaan. Daar worden nu om de twee weken op zondagmiddag diensten belegd die door krap tien mensen uit Oosterhout worden bezocht en daarnaast nog door wat andere belangstellenden. Dat zijn dan in de praktijk vrijwilligers van het evangelisatiewerk in Oosterhout.
Laat ons gebed zijn dat Nederland overdekt wordt met gemeenten
waar het Woord bijbels wordt verkondigd, waar mensen de boodschap van zonde en
genade, van schuld en vergeving kunnen horen. Laat het zo zijn dat anderen aan
ons kunnen bemerken dat die boodschap aan ons hart vertroosting, geest en leven
schenkt.