Homoseksualiteit
is niet alleen een probleem binnen de kerk
Prosman
brengt naar voren dat over de gehele linie meer open-heid is gekomen voor het
thema homoseksualiteit. Dat geldt ook kerken en kringen die homoseksueel gedrag
volledig. Toch is er in de praktijk veel verlegenheid. Ik onderstreep dat hij
ook naar voren brengt dat onder hen die met homoseksueel gedrag geen enkele
moeite hebben, het besef leeft dat er problemen zullen blijven.
Hij maakt dat duidelijk aan de hand van interviewuitspraken van de in 2012 overleden dichter en schrijver Gerrit Komrij die zelf homo-seksueel was. Komrij wijst op een leven zonder (eigen) kinderen en op de verschrikking van het ouder worden voor homoseksuelen.
Hij maakt dat duidelijk aan de hand van interviewuitspraken van de in 2012 overleden dichter en schrijver Gerrit Komrij die zelf homo-seksueel was. Komrij wijst op een leven zonder (eigen) kinderen en op de verschrikking van het ouder worden voor homoseksuelen.
Prosman
legt er de vinger bij dat het beeld dat de kerk de eeuwen door homoseksuelen
zwaar heeft vervolgd, niet klopt. Homo-seksueel gedrag werd als strijd met de
natuur/scheppingsorde gezien, maar veelal niet zwaarder aangerekend dan andere
seksuele overtredingen. Nooit heeft de kerk gedaan wat het bewust
antichristelijke nazisme deed, namelijk iedereen die homoseksueel gericht is
naar de dood verwijzen.
Voor
de nazi’s was homoseksualiteit een deviatie van het evolutie-proces. Ik zou daar
nog aan willen toevoegen dat voor de nazi’s het ombrengen van homoseksuelen
op één lijn stond met ombrengen van verstandelijk gehandicapten. Een goed
functionerend lichaam was voor de nazi’s uitgangspunt. Homoseksualiteit als
vorm van seksualiteit die niet aansluit bij de biologische functie van
geslachts-organen hoorde daar niet bij.
Zowel
het Oude als Nieuwe Testament wijzen alle vormen van homoseksueel gedrag af
Prosman
laat duidelijk zien dat zowel het Oude Testament als het Nieuwe Testament homoseksueel
gedrag in welke vorm ook van de hand wijzen. De poging de afwijzing van de
Schrift te beperken tot homoseksuele prostitutie of tot homoseksueel gedrag met
wis-selende contacten is onhoudbaar.
Wel
waarschuwt de auteur ervoor – en daarin val ik hem bij – om homoseksueel gedrag
te isoleren van andere vormen van seksueel gedrag die in de Schrift worden
veroordeeld. De Schrift ziet uit-eindelijk alle seksuele omgang buiten het
huwelijk als hoererij.
Vaak
wordt als het gaat om homoseksualiteit naar Genesis 19 ver-wijzen. Het woord
‘sodomie’ als het gaat om homoseksueel gedrag is daarvan afgeleid. Prosman
laat zien dat Genesis 19 maar van zeer beperkte betekenis is, als het gaat
bijbelse bezinning voer homoseksualiteit. Een gehele samengestroomde menigte
wenst twee vreemdelingen op homoseksuele wijze te verkrachten en negeert
daarmee ook nog het zo fundamentele recht van de vreemdeling en de plicht tot
gastvrijheid. Dan komt de HEERE met Zijn oordeel.
Veel
belangrijker is Genesis 1:27. Daar lezen we dat God de mens mannelijk en
vrouwelijk schiep. Dat is, zo wijst de auteur aan, letterlijkere en ook betere
vertaling dan man en vrouw. Het gaat niet om maatschappelijke positie, maar om
sekse. Daarnaast komen Leviticus 18 en 20 aan de orde. Het liggen van mannen
bij mannen wordt afgewezen. De reden is dat alle seksualiteit die het huwelijk
ondergraaft, onder Gods oordeel valt.
Nu
is de vraag hoe wij ons op Leviticus 18 en 20 kunnen beroepen als het gaat om
afwijzing van homoseksualiteit. Immers in het tussen liggende hoofdstuk lezen
we ook over het zaaien met tweeërlei zaad en het niet afscheren van de hoeken
van de baard.
Bij het geven van een antwoord wijst Prosman op de blijvende betekenis van het in Handelingen 15 vermelde apostelconvent. Het besluit van het apostelconvent houdt in dat christenen uit de heidenen zich moeten houden aan de geboden die onder de oude bedeling voor vreemdelingen in Israël golden.
Bij het geven van een antwoord wijst Prosman op de blijvende betekenis van het in Handelingen 15 vermelde apostelconvent. Het besluit van het apostelconvent houdt in dat christenen uit de heidenen zich moeten houden aan de geboden die onder de oude bedeling voor vreemdelingen in Israël golden.
Uiteraard
komt ook Romeinen 1 ter sprake. Met een beroep op de natuur veroordeelt Paulus
daar homoseksualiteit. Hier plaats ik een kanttekening bij het betoog van
Prosman. Sterker dan hij doet zou ik willen aangeven dat Paulus met natuur
bedoelt, de natuur zoals God die van de schepping heeft bedoeld. Van die
bedoeling heeft de mens ook na de zondeval nog enig besef hebben, al is dat
besef in onze samenleving erg afgesleten.
Daarom
zeg ik de auteur niet na ook in zijn bespreking van Calvijn dat wij niet meer
zoals hij dat deed een beroep op de natuur kunnen doen om homoseksualiteit af
te wijzen, maar de route via Handelingen 15 moeten bewandelen. Ik zou willen
zeggen dat beide routes elkaar aanvullen. Daarbij is de route via Handelingen
15 wel een heel belangrijke pijler.
Met
Thiselton, die een zeer uitgebreid op commentaar op 1 Korinthe schreef, stelt
Prosman dat Paulus in 1 Korinthe 6:9 ook homoseksuele relatie afwees waarin
liefde een rol speelt. Wanneer de NBV hier vertaalt met schandjongens en
knapen-schenders is dat een voorbeeld van eigen opvattingen inlezen in de
vertaling. Het woord dat de SV met ‘ontuchtigen’ vertaalt, slaat wellicht op
travestieten. Het volgende woord gaat in het algemeen over men-sen die zich homoseksueel
gedragen aan en mag niet tot een bepaalde categorie van homoseksueel gedrag
worden beperkt.