Inleiding
Homoseksualiteit
is de laatste decennia een veelbesproken onder-werp. De overheid rekent
acceptatie van homoseksueel gedrag en homoseksuele relaties tot één van haar
kerntaken. Ook in kerkelijke kring is er aandacht voor deze zaak. In de aanloop
naar de vorming van de PKN werd duidelijk dat het opnemen van de mogelijkheid
van het zegenen van homoseksuele relaties in de kerkorde van de nieuwe kerk en
in het verlengde daarvan in het dienstboek een onopgeefbaar punt was.
Waar ook concessies mogelijk waren, hier in geen geval. De PKN zou hier in haar kerkorde expliciet breken zowel met de gerefor-meerde als lutherse belijdenis Uit eigen waarneming weet ik hoe daarmee binnen meerdere kerkenraden de balans omsloeg om niet mee te gaan in de PKN.
Waar ook concessies mogelijk waren, hier in geen geval. De PKN zou hier in haar kerkorde expliciet breken zowel met de gerefor-meerde als lutherse belijdenis Uit eigen waarneming weet ik hoe daarmee binnen meerdere kerkenraden de balans omsloeg om niet mee te gaan in de PKN.
Ook
binnen een aantal kerken, dat formeel zich nog gebonden weet aan de
gereformeerde belijdenis, is er de ruimte voor samen-levende homoseksuelen tot het
Heilige Avondmaal te gaan of ook ambtsdrager te worden. Het laatste geldt voor
de Neder-lands Gereformeerde Kerken en het eerste voor de Gerefor-meerde
Kerken Vrijgemaakt en de Christelijke Gereformeerde Kerken. Ook binnen de
kring van de Gereformeerde Bond zijn er gemeenten waar homoseksuelen met een
vaste relatie toegelaten worden aan het Heilig Avondmaal.
Ten
aanzien van de Christelijke Gereformeerde Kerken moet dan wel worden opgemerkt
dat deze op hun laatste synode een rapport hebben aangenomen waarin zij hebben
uitgesproken dat homo-seksueel gedrag en homoseksuele relaties op grond van de
Schrift zonde moeten worden genoemd, al is er helaas tegelijkertijd aan
kerkenraden de mogelijkheid gegeven om pastorale redenen mensen die een
homoseksuele relatie hebben tot aan het Avondmaal toe te laten.
Zelfs die in
het licht van de Schrift ongeoorloofde uitzondering gaat blijkens reacties een
aantal christelijk gereformeerden niet ver genoeg. Zij willen dat er zonder
meer ruimte komt voor hen die een vaste homoseksuele relatie hebben. Onder
andere dr. B. Loonstra die op dit punt al eerder van zich liet horen, heeft dat
op zijn weblog naar voren gebracht.
Een
studie die echt iets toevoegt
Net
rond de tijd dat de synode van Christelijke Gereformeerde Kerken uitkwam met
haar rapport werd in de Artiosreeks, een serie die verschijnt onder
verantwoordelijkheid van de Gereformeerde Bond, een uitvoerige studie over
dit beladen onderwerp gepubli-ceerd, namelijk Homoseksualiteit tussen Bijbel
en actualiteit. Een poging tot verheldering (Groen, Heerenveen 2013; ISBN 978-90-8897-084-9).
De auteur is dr. A.A.A. Prosman.
Het doel van deze studie is om bijbelse
gegevens recht te doen met daaraan gekoppeld de vraag hoe op grond van de
bijbelse gegevens de lijn naar het heden moet worden doorgetrokken. In dat
kader wordt aandacht gegeven aan hermeneutiek. Niemand leest de Bijbel zonder
vooronderstellingen.
Eigen
vooronderstellingen zijn medebepalend voor het Schriftver-staan. Dat inzicht
wordt nog al eens gebruikt om de Bijbel naar eigen hand te zetten of om elk
beroep op de Schrift te relativeren. Die kant wil Prosman beslist niet op.
Hij brengt naar voren dat de ene leesbril beslist beter is dan de andere.
Een goede hermeneutiek neemt het vocht weg dat onze bril bij het lezen van de Bijbel beslaat. Daarom eindigt de studie aansluitend bij de bespreking van de bijbelse gegevens en aan geboden histo-rische informatie met een aantal praktische overwegingen en een pastorale bezinning.
Een goede hermeneutiek neemt het vocht weg dat onze bril bij het lezen van de Bijbel beslaat. Daarom eindigt de studie aansluitend bij de bespreking van de bijbelse gegevens en aan geboden histo-rische informatie met een aantal praktische overwegingen en een pastorale bezinning.
Deze
studie voegt echt iets toe aan de reeds verschenen literatuur vanwege haar
uitvoerigheid en vooral ook door de grondige wijze waarop de relevante
Schriftgegevens zijn geanalyseerd en dat in combinatie met een analyse van het
huidige culturele klimaat.
Prosman geeft zelf aan dat hij zijn studie vooral
geschreven heeft naar kerkenraden en ambtsdragers toe. Hij heeft een bijdrage
wil-len leveren aan een bijbelse meningsvorming en daarmee aan een bijbelse verantwoording
omgang met homoseksualiteit maar ook met de mens die homoseksueel gericht is.
Hij geeft zelf aan dat een boek gericht op homoseksuele christenen een andere spits zou hebben. Dan zouden hun problemen veel uitvoeriger worden belicht. Met dat woord ‘uitvoeriger’ geef ik al aan dat de auteur er bepaald niet geheel aan voorbijgaat.
Hij geeft zelf aan dat een boek gericht op homoseksuele christenen een andere spits zou hebben. Dan zouden hun problemen veel uitvoeriger worden belicht. Met dat woord ‘uitvoeriger’ geef ik al aan dat de auteur er bepaald niet geheel aan voorbijgaat.