Inleiding
Het is al weer enige tijd geleden dat we in het Reformatorische
Dagblad konden lezen dat wetenschappers van de
Vrije Universiteit samen met reformatorische organisaties een
onderzoeks-netwerk gaan opzetten om de zogenoemde biblebelt te bestude-ren. Een
aantal dagen daarna lichtten de bewuste onderzoekers dat voorstel toe. Zij
stellen dat de reformatorische gezindte gebaat is bij een veelzijdig onderzoek
door onafhankelijke academici.
Ik zou graag een paar opmerkingen en kanttekeningen
maken en dat is dat er een aantal van wetenschappelijke methodieken is, die
elk zichzelf respecterend wetenschapper moet hanteren. Bij de ambachtelijke
zijde van wetenschappelijk onderzoek komt de levensvisie van de onderzoeker niet
tot nauwelijks aan de orde. Anders wordt het als het gaat om het totaalkader
waarin onder-zoek wordt geplaatst. Dat geldt niet in de laatste plaats voor
menswetenschappen, geschiedenis en theologie.
Als iemand daar oog voor heeft
gehad, is het Abram Kuyper, de stichter van de Vrije Universiteit. Hij sprak
over tweeërlei weten-schap. Niet alleen in deze takken van wetenschap maar toch
zeker daar is het goed dat een onderzoeker zich afvraagt, van zijn eigen
levensbeschouwelijke uitgangspunten zijn, als was het maar om er zo van bewust
te worden dat dit mogelijk in onder-zoek leidt tot blinde vlekken in de zin dat
feiten worden genegeerd of fout geïnterpreteerd.
Historisch perspectief
Als het gaat om het bewuste onderzoek hoop ik dat met
name de historici hun werk goed doen. Er wordt gesproken over de
refor-matorische gezindte. Nodig is echter dat dit begrip zelf kritisch tegen
het licht wordt gehouden en in het juiste historische per-spectief geplaatst. Er
wordt gewezen naar het pionierswerk van dr. C.S.L. Janse.
Naar ik meen vertoont
deze sociologische studie juist op dit punt een zwakte. De uiterlijke
kenmerken die daar gehanteerd worden om wat Janse (naar mij overtuiging) heel
ongelukkig bevindelijk gereformeerden noemt, zijn al te zeer ingegeven door wat
ten tijde van zijn onderzoek gemeengoed was voor de groep die hij beschreef.
Een kenmerk dat niet gehanteerd wordt maar wel had
kunnen worden, is de overtuiging dat men op de dag des Heeren van geen enkel
vervoersmiddel gebruik mag maken. Had hij dit kenmerk wel meegenomen, dan was
duidelijk geworden dat er toch minder continuïteit was in kringen waarin volgens
zijn beschrijving zo goed als alles gelijk was gebleven. Nog weer anders had
het gelegen als het zingen van Psalmen en gees-telijke liederen in huiselijke
kring en het hardop voorgaan in (vrij) gebed door het gezinshoofd als criteria
waren gehanteerd. Dit waren zaken die de mannen van de Nadere Reformatie na aan
het hart lagen.