Het
boek Leviticus behoort niet tot de gemakkelijkste Bijbelboeken. Toch is het
veel belangrijker dan menig Bijbellezer vermoed. Teksten als ‘Zie het Lam
Gods’ en ‘Het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonden’
zijn alleen maar te begrijpen tegen de achtergrond van de oudtestamentische
offerdienst.
Die
offerdienst wordt uitvoerig in de eerste helft van het boek Leviticus
beschreven. Deze beschrijving loopt uit op die van de Grote Verzoendag in
Leviticus 16. De plaats daarvan laat het belang ervan zijn. Dit hoofdstuk vormt
zowel het centrum van het boek Leviticus als van de gehele Pentateuch.
In
Leviticus gaan aan dit hoofdstuk de offer- en reinheidswetten vooraf, terwijl
wetten het heilig leven voor het aangezicht van God volgen. De tweede helft
van Leviticus laat ons zien dat het hele leven voor Gods aangezicht moet worden
geleefd, dat wil zeggen in het besef van Zijn aanwezigheid.
In
de serie Concordia Commentary verscheen al weer meerdere jaren geleden een zeer
mooi commentaar op Leviticus. Een com-mentaar dat zowel voor degenen die wel
als geen Hebreeuws be-heersen zeer bruikbaar is. De auteur John W. Kleinig is
predikant in de Lutheran Church of Australia, een luthers kerkgenootschap dat
nauwe banden heeft met de Lutheran Church Missouri Synod. Kleinig is als
lecturer verbonden aan het Lutheran Seminary in Aidelaide.
Kleinig
wijst erop dat de wetgeving van Leviticus in het teken staat Gods aanwezigheid
in het midden van Zijn volk. In Ex. 40:35 lezen dat de heerlijkheid van de
HEERE de tabernakel vervult na de oprichting ervan. In Lev. 9:23 wordt verteld
dat de heerlijkheid van de HEERE aan al het volk verschijnt, als Aäron en zijn
zonen tot priester zijn gewijd en een brand- en zondoffer voor zichzelf en voor
het volk hebben gebracht.
Zo
wordt duidelijk dat God alleen metterdaad te midden van Zijn volk kan wonen als
de dienst van verzoening plaatsvindt. Zonder verzoening zou het volk door Gods
heerlijkheid worden verteerd. Het hele leven behoort feitelijk een
priesterlijke dienst voor God te zijn.
De
theologische betekenis van de verschillende rituelen wordt in Leviticus zelden
expliciet uitgelegd. Die theologische betekenis wordt echter wel
voorondersteld. Het is van belang als lezer daarop te zijn bedacht. Kleinig
zegt terecht dat alle wetten in Leviticus te maken hebben met de heiligheid van
de HEERE en de betekenis daarvan voor Zijn volk. Leviticus kan worden getypeerd
als de rituele grammatica van de heiligheid van de HEERE.
Reinheid
is de voorwaarde voor heiligheid. Iets moet rein zijn om geheiligd te kunnen en
mogen worden. Er is sprake van trappen in heiligheid. De hoogste heiligheid is
verbonden met het heilige der heiligen in de tabernakel. De ark van het verbond
wordt gezien als de voetbank van de hemelse troon van de HEERE.
Kleinig
brent naar voren dat Leviticus deel uitmaakt van een gebeurtenissen die
plaatsvonden bij de Sinaï. Die geschiedenis begint met de aankomst van het volk
van Israël bij de Sinaï (Ex. 19:1-2) en eindigt met het vertrek (Num. 10:11-13).
Leviticus
is opgebouwd uit zesendertig goddelijke toespraken die gericht zijn tot Mozes
of tot Mozes en Aäron. Vijfendertig ervan worden ingeleid door de woorden ‘En
de HEERE sprak’ (wajjedabbēr YHWH).
In
Lev. 16:1-2 vinden we een dubbele introductie. Naast ‘En de HEERE sprak’ (wajjedabbēr
YHWH) (Lev. 16:1) vinden we daar ‘De HEERE zei’ (wajjomèr YHWH)
(Lev. 16:2). De laatste inleiding vinden we ook in Leviticus 21. Leviticus 16
kunnen we niet los zien van de dood van Nadab en Abihu, terwijl in Leviticus 21
over het gevaar van priesterlijke verontreiniging door aanraking van een lijk
wordt gesproken.
De
dubbele introductie van Leviticus 16 is een onderstreping van de centrale
betekenis van het ritueel van de grote verzoening. Zeventien toespraken
ingeleid door 'En de HEERE sprak’ (wajjedabbēr YHWH) gaan eraan vooraf en
zeventien toespraken met die inleiding volgen erop.
In
het commentaar van Kleinig komt naar voren dat het gehele boek Leviticus zijn
vervulling vindt in de Heere Jezus Christus. We moeten ook beseffen dat
Leviticus evenzeer tot de nieuwtesta-mentische gemeente van de HEERE is
gericht als tot de oudtesta-mentische. In de oudtestamentische offerdienst
vinden we een voorafschaduwing van de hogepriesterlijke bediening van de Heere
Jezus Christus.
John W. Kleinig, Leviticus, Concordia
Commentary, Concordia Publishing House, St. Louis, Missouri 2004; ISBN
978-0-570-06317-5; hb. 601 pp., prijs $54,99