Inleiding
Niemand zal
ontkennen dat zowel maatschappelijk als kerkelijk zich in Nederland allerlei
veranderingen hebben voltrokken en dat die veranderingen nog steeds doorgaan.
Hoe moet te midden daarvan het Evangelie worden bewaard en doorgegeven? Ongeacht
hoe mensen denken mag en moet aan hen worden verkondigd en doorgegeven dat een
mens sinds de zondeval vervreemd is van God en dat er de eeuwen door alleen
maar toegang tot God is door Jezus Christus en dat wie werkelijk een christen
is dat is dankzij het ingrijpen van God in zijn of haar leven. Een wonder dat
de Bijbel wedergeboorte noemt. Het gaat er allereerst om dat ook nu mensen de
Drie-enige God als God van volkomen zaligheid leren belijden.
Laat de kerk
ouders ertoe oproepen dit geloofsgoed in hun gezinnen door te geven. In overstemming
met het klassieke huwelijksformulier moet duidelijk blijven dat een christelijk
huwelijk aangaan, betekent dat je in principe bereid bent van meet af aan
kinderen te ontvangen. De taak van een getrouwde vrouw ligt allereerst in haar
gezin. Dat geldt bijzonder als het huwelijk met de kinderzegen wordt bekroond.
Het doorgeven van het geloofsgoed is een taak van beide ouders maar zeker voor
de eerste levensjaren toch wel heel in het bijzonder van de moeder. Zeker op
dit terrein is in het kerkelijk leven een nadere reformatie nodig.
Sola
scriptura
Ik merk de
invloed van de tijdgeest, niet in de laatste plaats als het gaat om het
Schriftgezag. Ook mijn catechisanten kunnen de vraag stellen: Kan een moslim
geen kind van God zijn? Kan iemand die de Drie-eenheid niet aanvaardt een
christen zijn of iemand die Jezus niet als Zoon van God erkent? Mijn antwoord
is: Hij kan het worden. Daar moeten wij vurig om bidden, maar hij kan het nog
niet zijn. Een christen word je als je als een schuldig zondaar tot God nadert
door Jezus Christus. Heel duidelijk spreekt artikel 29 van de Nederlandse
Geloofsbelijdenis over de kenmerken van een ware christen. Deze kenmerken
veranderen niet in de loop van de tijd. Een christen gehoorzaamt Christus en
neemt telkens weer de toevlucht tot Zijn bloed juist ook omdat aan onze
gehoorzaamheid nog zo veel ontbreekt, maar aan de Zijne niet.
Een andere vraag
die binnen de gemeente gesteld kan worden, is deze: Is er dan toch geen ruimte
voor een homoseksuele relatie in liefde en trouw? Kan iemand die het zo
praktiseert of breder die visie uitdraagt toch niet een christen zijn? De vraag
verraadt al een visie. De Bijbel gebruikt liefde en trouw nooit in relatie tot
zondig gedrag of je moet denken aan het feit dat men de duisternis liever heeft
dan het licht.
Als iemand nu
zo denkt?! Dat laat zien dat geloof en bekering nodig zijn als Godsgeschenk,
want je denkpatroon - en trouwens ook je gedragspatronen – veranderen, gaat je
eigen capaciteiten te boven. Zo wordt concreet dat het geloof een genadegift is.
Verdrietig is als met een beroep op hermeneutiek de Schrift monddood wordt
gemaakt. Hermeneutiek is bepaald geen neutrale aangelegenheid. Een goede
hermeneutiek wordt beheerst door het zelfgetuigenis van de Schrift en is geen
zelfstandige factor daarnaast. Was in de Reformatietijd het sola Scriptura
actueel richting kerkelijke tradities, nu is het actueel richting de tijdgeest
en dan noem ik in het bijzonder de visie op seksualiteit en op de positie van
de vrouw.