dinsdag 10 september 2013

Hermanus Hofman (1902-1975): een wegwijzer naar Sion 1


Inleiding
De predikant aan wie in dit en in komende artikelen op mijn weblog aandacht schenk diende zijn gehele ambtelijke loopbaan een vrije gemeente in Schiedam. Hij moet niet verward worden met predikanten van de Gereformeerde Gemeenten met die naam.
Buiten eigen kring was en is ds. Hofman bij velen onbekend. Wie meer over hem wil weten kan ik verwijzen naar het boekje Tom Kroos. Zijn weg tot God (uitgave Groen, Heerenveen), Een gezant van de Koning (uitgave Drukkerij Verloop, Ablasserdam 1993) en De liefde van Christus dringt ons (uitgave Den Hertog, Houten 2001). Deze boeken verschenen onder mijn redactie en zijn tweedehands nog verkrijgbaar. Ook wijs ik naar de website www.hofman-preken.nl. Via deze website zijn niet alleen preken te beluisteren, ze bevat ook gedrukte preken.


Waarom aandacht voor ds. H. Hofman?

Wanneer wij aandacht vragen voor de kerkgeschiedenis en figuren uit de kerkgeschiedenis kunnen wij dat op meer dan één manier doen. Van de farizeeërs lezen wij dat zij de graven van de profeten opbouwden, zonder zich te realiseren dat zij kinderen waren van hen die de profeten hadden gedood.
Wij kunnen Godsmannen uit het verleden verheerlijken, terwijl wij hen in hun geloof niet navolgen. Heel anders is het wanneer wij door het voorbeeld van Godsgezanten uit het verleden worden aangespoord om te zien op Jezus als de Overste Leidsman en Voleinder van het geloof. In die zin stelt de apostel in de brief aan de Hebreeën ons de oudtestamentische bijbelheiligen tot een voorbeeld.
Zo wil ik iets vertellen over ds. H. Hofman. Ik heb hem goed gekend. Als kind zat ik in doordeweekse diensten in de Gerefor-meerde Samenkomst in Alblasserdam al onder zijn ge­hoor. Tijdens mijn middelbare schooljaren en in het begin van mijn studie theologie ben ik vaak naar de Plantagekerk in Schiedam geweest. Vanaf de tijd dat ik liep met de vraag of de Heere mij in Zijn wijngaard als dienaar van het Woord zou willen gebruiken, heb ik meer dan eens ook persoonlijk contact met hem gehad. Dat was van mijn zeventiende jaar tot aan zijn sterven toen ik negentien jaar oud was.
Naar mijn diepe overtuiging kunnen wij in meer dan één opzicht iets leren van deze dienaar van het Woord. Ik denk dan aan zijn inzicht in de Schriften, de wijze waarop hij het evangelie uitdroeg en zijn kijk op de kerk. Ik zal deze punten eerst aanstippen en ver-volgens een aantal zaken verder uitwerken.
Mijn bedoeling is niet om te suggereren dat Hofman een man was zonder gebreken. Die heeft ook hij gehad. Wie hem heeft gekend, weet dat zakelijk overleg met anderen niet zijn sterkste kant was. Hij kon vasthouden aan opvattingen en gedragslijnen zonder daarover in gesprek te willen gaan. Dat laat zien dat ook hij, evenals alle heiligen, de schat die God hem had toe­vertrouwd, in een aarden vat heeft bewaard.
Gods kinderen vertonen in hun optreden falen en gebreken. Het werk van Gods eniggeboren Zoon is volmaakt. De bediening van de verzoening is aan zondige en gebrekkige mensen toevertrouwd, opdat wij door Hem met God verzoend worden en heilig voor God leren leven. Zo heeft ook ds. Hofman een plaats in Gods kerk gehad.