Posts tonen met het label Murdoch Campbell. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Murdoch Campbell. Alle posts tonen

zaterdag 13 februari 2016

Is er een tweede wonder van genade nodig?

In Nederland heeft vanaf de negentiende eeuw de gedachte ingang gevonden dat naast en na het wonder van de inwendige roeping en verzoening met God door geloof in Jezus Christus nog een tweede wonder nodig is. Niet alleen vinden we dit in Nederland, maar ook in de Engels­sprekende wereld. Alleen daar wordt het tweede won-der echter niet op de zekerheid van de recht­vaar­diging betrokken, maar op wat men noemt de volkomen heiliging, terwijl men in pink­sterkringen spreekt over de doop met de Heilige Geest als een tweede wonder.
Ongetwijfeld heeft de ene christen meer zekerheid van geloof en vindt hij meer vreugde in God door Christus dan de ander. Ook als het gaat om inzicht in de geloofsleer zijn er verschillen. Een gebrek-kig inzicht in de geloofsleer heeft altijd gevolgen voor de geloofs-beleving. Daarom is opwas in kennis nodig om ook in de genade op te wassen.
Toch mag deze wetenschap geen afbreuk aan de werkelijkheid dat een gelovige in principe alles gegeven is met de roeping uit de duisternis tot Gods wonderbare licht. Dan ontvangt hij door Christus in de kracht van de Heilige Geest toegang tot de Vader, ook al zou zijn inzicht in deze zaken nog zo gering zijn.
Heel mooi heeft de Schotse predikant Murdoch Campbell (1900-1974) over deze zaken ge­schreven. Hij behoorde tot de Free Church of Scotland. Zijn godsvrucht droeg een zeer bevin­delijke stempel en getuigde wel een wel bijzonder innige omgang met God. Dit type godsvrucht is lange tijd kenmerkend geweest voor de Schotse Hooglanden. In Schotland zelf spreekt met wel van ‘Highland piety’.
In 2014 heeft David Campbell, een zoon van Murdoch Campbell de dagboekaantekeningen die zijn vader in de loop van een aantal jaren maakte, uitgegeven onder de titel The Suburbs of Heaven (De voorsteden van de hemel). David Campbell groeide als jongeman weg van zijn opvoeding, maar leerde een aantal jaren geleden de grote waarde ervan zien.
Ik geef weer wat Murdoch Campbell The Suburbs of Heaven opmerkt over de leer van de tweede zegen of het tweede wonder: ‘De leer van de tweede zegen was het onderwerp van een brief die ik vandaag van een bezorgde christen ontving. Omdat hij zich niet van zo’n tweede zegen bewust was, vreesde hij dat hij niet geschikt voor de hemel was. 
Ongetwijfeld is er een tweede zegen, zoals er ook een eerste of derde zegen is. We zouden kunnen zeggen dat Jacob een wonder-volle tweede zegen ontving evenals de apostelen op de Pinkster-dag. Maar de moderne (Campbell bedoelt met modern de tijd vanaf de negentiende eeuw in onderscheid van de eeuwen van de hervormers en puriteinen; P.d.V.), in één vorm geperste presen-tatie van deze gedachte is onbijbels en in strijd met de christelijke bevinding. 
Wanneer God ons wederbaart, neemt Hij ons ook tot Zijn kind aan, en geeft Hij ons uit genade een recht op alle voorrechten van Zijn kinderen. De Heilige Geest komt in ons hart wonen om de welda-den van Christus aan ons hart toe te passen. 
Daarom leidt het geen twijfel dat als we getrouw zijn in de weg van gebed en het zich verheugen in de omgang met God, we zoete verkwikkingen ontvangen die ons anders niet ten deel zouden vallen. De zegeningen van een gelovige zijn er niet één en zelfs geen tien, maar ze zijn elke morgen nieuw.’

donderdag 11 februari 2016

Boeken die mij hebben gevormd

Er zijn boeken die mij hebben gevormd en een diepe indruk op mij hebben gemaakt. Boeken die door Gods genade in samenhang met de Bijbel als Zijn onfeilbare Woord mijn leven richting hebben gegeven. Ga ik terug naar mijn kinderjaren dan denk ik aan De Christenreis van John Bunyan. Bunyan tekent het leven van een christen als dat van een pelgrim en strijder op reis naar een beter vaderland en al jong werkte de Heere in mij het verlangen ook zo’n pelgrim en strijder te mogen zijn.
Op de middelbare school werd ik diep getroffen door het meester-werk van Augustinus de Belijdenissen. Op een andere toonzetting dan bij Bunyan hoorde ik hier toch dezelfde me­lodie. Augustinus beschrijft hoe God hem deed terugkeren naar Hem Zelf en Zijn Kerk. 
Onder de boeken die mij hebben gestempeld zijn werken die heel diep de theologische bood­schap van de Schrift verwoorden. Ik denk aan de werken van de grote puritein John Owen. Om hem beter te leren kennen las ik al zijn werken en schreef ik over hem een proefschrift.
Ik heb ook eenvoudige stichtelijke werken gelezen waardoor ik die-per ging verstaan wat nu ge­meenschap met God door Christus is zoals die door de Heilige Geest wordt gewerkt. Als voorbeeld noem ik Gebedsgestalten van ds. F. Bakker. Van dit eenvoudige boek dat inmiddels al in heel wat talen is vertaald, zijn vele honderddui-zenden exemplaren gedrukt en gelezen.
Ik noem ook een andere naam die – naar ik vermoed velen minder bekend of totaal onbekend is  – en wel die van ds. Murdoch Campbell (1900-1974). Campbell is predi­kant geweest in de Free Church of Scotland. Hij was afkomstig van het eiland Skye. In mijn studen­tentijd kocht ik in een boekwinkel in Schotland zijn auto-biografie Memories of a Way­faring Man (Herinneringen van een pelgrim). Ik was al predikant, toen er een Neder­landse vertaling van dit werkje verscheen.
Niet vaak heb ik op een zo tere en bevindelijke wijze de ge-meenschap met God in Christus uit persoonlijke ervaring uiteen horen zetten als Campbell dat deed. In de kern is de christelijke geloofservaring universeel. Toch heeft de ene geloofservaring ver-schillende variëteiten of kleuren. In Nederland was de godsvrucht van het Reveil toch weer iets anders van kleur dan die van de Afgescheidenen, al zie je ook veel overeenstemming.
De godsvrucht van Campbell is gestempeld door wat men in Schotland ‘the Highland piety’ noemt: de godsvrucht van de Hoog-landen. In deze godsvrucht hebben ook dromen hun plaats zonder dat ook maar iets wordt afgedaan aan het feit dat alleen de Schrift norm en bron van het geloof is. Heel ken­mer­kend voor Campbell is ook hoezeer hij een trooster van treurigen en van aangevochten gelovi­gen wil zijn.
Campbell heeft behalve zijn autobiografie meer werken geschre-ven. Ik was zo door zijn auto­biografie getroffen dat ik ze alle aan-schafte. Diep getroffen werd ik door zijn werk In All Their Affliction (In al hun benauwdheid)
Mijn herinneringen aan dit werkje kwamen terug toen ik onlangs een Nederlandse vertaling ervan door Om Sions Wil uitgegeven onder ogen kreeg. Campbell belicht in dit boekje een aantal thema’s uit de praktijk van het geloofsleven waarbij hij de uiteen-zetting ervan verweeft met herinneringen die hij zelf heeft gehad aan kin­deren van God.
Ik geef een aantal zaken door die mij jaren geleden al raakten. Campbell vermeldt hoe een ze­kere Alexander Gair heeft opge-merkt dat God in één nacht Zijn volk uit Egypte voerde en het ver­volgens veertig jaar duurde voordat Hij Egypte uit het hart van Zijn volk had geleid. Campbell zelf was er ook diep van doordrongen dat een christen een strijd moet voeren tegen zichzelf totdat hij de Doodsjordaan is doorgegaan.
Een ander voorval is afkomstig van Ducan MacRae. Als jongeman ontving hij van een rijke vreemdeling een zilveren munt. Toen hij de munt in zijn zak deed voelde hij zich de rijkste mens van het land. Zijn blijdschap veranderde in verdriet, toen hij met zijn hand in zijn zak voelde en bemerkte dat de munt was verdwenen. 
Wat was zijn verbazing en blijdschap groot toen hij er achter kwam, dat de munt in de voering zag. Duncan zag in deze gebeurtenis een voorbeeld van de wijze waarop Gods volk kan treuren over het schijnbare verlies van wat zij nooit kunnen verliezen, namelijk het leven en de liefde van God in hun ziel.
Om duidelijk te maken hoe God Zijn volk in en door beproeving kan troosten verhaalt hij wat hijzelf hoorde uit de mond van één van zijn leermeesters prof. John MacLeod, hoogleraar dog­ma­tiek aan het Free Church College in Edinburgh. Deze wees op bepaalde zee-vogels die vanaf grote hoogte in zee duiken en dan lange tijd onder water blijven. Je zou vermoeden dat zij de dood in het water hebben gevonden, maar dan komen zij weer boven met een vis in hun bek. Zo gebruikt God kruis en beproevingen om Zijn volk geestelijk te zegenen.
Heel leerzaam en behartigenswaardig is wat Campbell schrijft over de strijd tegen boezem­zonden. Hij noemt dat voor meerderen dan het toegeven aan onreine gedachten een groot pro­bleem is. Hij wijst in verband daarmee op de kwalijke invloed van de tv. In onze tijd is door internet dat probleem alleen nog maar verhevigd. Hij spoort zijn lezers aan om evenals Job een verbond te sluiten met hun ogen. In alles is van groot belang dat wij onszelf niet over­schatten. Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valle. Dan wijst Campbell op Petrus.
Bij weinig schrijvers heb ik zozeer het heimee naar God en naar de volmaakte gemeenschap der heiligen geproefd als bij Murdoch Campbell. Zijn kinderlijke eenvoud en geloofs­ver­trou­wen waren voor mij een beschamend voorbeeld. Van dat heimwee geef ik nog een voorbeeld uit In al hun benauwdheid.
Eens trok een man zich terug in zijn vaste gebedsplaats. ‘Heere,’ zo fluisterde hij, ‘ik woon hier in een plaats waar maar weinigen Uw naam aan­roe­pen. Velen die in vroeger dagen met U wandelden, zijn in de hemel en ik ben dikwijls alleen. Nauwelijks had hij deze nood voor God neergelegd of God troostte hem op krachtige wijze door hem erop te wijzen: ‘U bent niet alleen, want Ik ben bij u.’
Van een oude predikant verhaalt Campbell dat hij op de begrafenis van een overleden vriend zei: ‘Zij die in de Heere sterven, zeggen nooit voor de laatste keer: vaarwel.’ Alle leden van Gods vrijge-kochte Kerk zullen elkaar in het nieuwe Jeruzalem ontmoeten. In het licht van de eeuwigheid zal dat heel spoedig zijn. 
Bij het lezen van de boeken van Murdoch Campbell werd bij mij het heimwee naar God en naar het nieuwe Jeruzalem verhevigd. Ik hoop dat zij die zijn boeken zullen lezen dit heimwee krijgen of erin versterkt worden. En dan is dit zeker: ‘Die heimwee hebben, komen thuis.’

N.a.v. Murdoch Campbell, In al hun benauwdheid. Pastorale memoires van een Schotse predikant, vertaling R. Pieterman, Om Sions Wil, Gouda 2013: ISBN 978-94-91586-06-4; hb. 154 pp., prijs €11,50.